Quinty doet Journalistiek aan Hogeschool Utrecht.
Schurft. Het klinkt als een aandoening uit een ver verleden. Niet dus. In de bruisende chaos van mijn studentenleven kan ik het beestje niet meer ontlopen. Hij is mijn grootste angst. Overal jeuk. Alles in vuilniszakken stoppen en mijn hele lichaam insmeren met een stinkende crème. Dat wil je niet.
Vorige week was het zo ver. De schrik sloeg me om de oren, onderweg naar huis in een overvolle tram. Mijn huisgenoot appte: ‘Ik denk dat ik schurft heb’. Nog voordat ik het bericht goed kon lezen, riep klasgenoot Britt net iets te hard door de tram: ‘SCHURFT?!’ Iedereen keek op en ik voelde de ogen in mijn rug prikken. Vriend Vos, de dramaqueen, reageerde hierop met ‘IEWL, heb JIJ schurft?’ De jongen naast me zette, subtiel maar duidelijk, twee stappen opzij. Of ja, zo ver als dat kon in een overvolle tram.
Ik probeerde de schade nog te beperken. ‘Ik? Nee joh!’ Maar de jongen keek alsof ik een wandelende berg krioelende beestjes was. Hij lachte ongemakkelijk, deed nóg een grote stap opzij en richtte zijn blik strak op zijn telefoon.
Eenmaal thuis was mijn tactiek gewoon doen alsof het er niet was. Zolang ik geen jeuk heb, is er niks aan de hand, hoopte ik. Mijn huisgenoot schreeuwde haast. Volgens hem moesten we NU actie ondernemen.
Dus even later stond ik in de Kruidvat, op zoek naar de Permetrine. Natuurlijk kon ik het niet vinden. Maar vragen? Echt niet. Na tien minuten ronddolen vond ik hem eindelijk. Mijn mond viel open bij het zien van de prijs. Dertig euro?! Voor twee tubes? En ik was al blut. Maar goed, alles om die schurftmijten te verslaan. Nog maar verder in het rood.
In onze groepsapp werd ondertussen overlegd over hoe laat we die avond gingen smeren. Geen huisavond escaleren dus, maar een avondje samen ‘zalf aanbrengen’.
Romantischer wordt het niet.