Columns

De zon blijft een prima uitvinding

Maartje Huvenaars

Maartje studeert Communicatie aan de HU en schrijft columns voor Trajectum

Het is elke ochtend weer zien wat voor dag het gaat worden. Welke kleding ik aantrek, hoe geïrriteerd ik raak van mijn medemens en of ik überhaupt naar school ga. Als ik die grauwe wolken achter de gordijnen zie, weet ik meestal al wat het wordt. En stuur ik toch maar een appje naar mijn groepsgenoten dat toevallig alle bussen zijn uitgevallen. Ik draai me weer om en pak nog een paar uurtjes slaap.

De druilerige dagen zijn op zich best vol te houden. Half twee opstaan, kijken naar de lucht buiten. Een beetje regen met binnen net genoeg licht dat het overbodig voelt om de lampen aan te zetten. Waardoor ik moet kiezen tussen een deprimerende sfeer of een links schuldgevoel. Het lukt mij ook wel om productief te zijn, een beetje schrijven, een beetje lezen, presentatie voorbereiden, werkgroepen op whatsapp negeren. Het kan net.

Ik zou niet zeggen dat ik een winterdepressie heb gehad, maar het moment dat die heerlijke, warme, mooie zon doorbreekt, voel ik weer even wat het leven ook zou kunnen zijn. De vogels fluiten in de juiste toonladder, kleuren lijken helderder en ik sta ineens weer achter alle keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt.

Ik beschouw mezelf over het algemeen als een complex mens. Ik schaam me in de bus, ik voel me altijd bekeken maar toch alleen, eet het liefs nog steeds op vrijdag frietjes, vraag me af wat nou het doel van het leven is, denk soms dat de politiek misschien ook wat voor mij is en kan dagenlang aanhikken tegen een klusje van 7 minuten, waarbij dat meestal de huistaak is.

Maar die eerste dag van de lente wordt het simpel. Dan besef ik dat ik eigenlijk niet per se meer behoeftes heb dan een plant. Ik kan mijn diploma halen, carrière maken, gezinnetje stichten. En ’s zomers in een potje op de vensterbank staan, lijkt mij ook een prima leven.