Studenten met een handicap, een ernstig ziek familielid of met ouders die roepen dat zo’n studie nergens goed voor is: met zulke kwetsbare groepen houdt het leenstelsel van minister Bussemaker volgens decanen te weinig rekening.
'We zien ze dagelijks aan ons tafeltje', zei studentendecaan Marlies Strieder van de Hogeschool Utrecht zojuist tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. 'Eerste-generatie-studenten, studenten uit lage inkomensgroepen en studenten met een handicap of chronische ziekte. Juist die groepen zullen zonder basisbeurs minder snel gaan studeren', zei ze namens haar collega’s in hbo en wo.
Het wetsvoorstel voorziet weliswaar in een tegemoetkoming van 1200 euro voor chronisch zieke of gehandicapte studenten, maar dat is volgens Strieder niet genoeg. 'Wat de minister lijkt te vergeten, is dat negen van de tien van deze studenten niet in staat is om naast hun de studie te werken. Reguliere studenten kunnen dat vaak wel.'
Profileringsfonds
Strieder maakt zich verder zorgen over het profileringsfonds van instellingen. 'Dat is niet alleen bedoeld voor topsporters of excellente studenten, maar ook voor studenten van wie vader terminaal op bed ligt. Daar heb je dan maar mee te dealen.'
Ze pleitte voor een landelijke regeling die kwetsbare studenten financieel tegemoet komt. 'Nu mogen instellingen helemaal zelf weten wat ze doen met hun profileringsfonds. Ze gebruiken het vaak om zich te onderscheiden, maar concurreren met deze groepen studenten? Dat doe je niet.'
