Schaf de termen laag- en hoogopgeleid af en doorbreek daarmee het negatieve imago van het beroepsonderwijs. Dit oppert de Nationale DenkTank 2016 in een rapport dat vandaag aan het ministerie van Onderwijs is gepresenteerd.
De DenkTank brengt elk jaar in december een advies uit over een zelfgekozen thema: dit jaar over het beroepsonderwijs. Voorheen bestond de DenkTank uit zo’n twintig jonge academici, dit jaar haakten voor het eerst ook zeventien mbo- en hbo-studenten aan.
Het beroepsonderwijs kent nogal wat knelpunten, schrijft de DenkTank en komt in zijn vandaag verschenen rapport met tien oplossingen.
Stigma
Zo kampt het beroepsonderwijs met een behoorlijk negatief imago: vaak wordt er gedacht dat jongeren niet goed genoeg zijn voor een hoger niveau. Daarom pleit de DenkTank ervoor om de termen laag- en hoogopgeleid helemaal af te schaffen: die werken alleen maar stigmatiserend. En noem mbo-studenten dan ook gelijk studenten, in plaats van leerlingen.
Nog zo’n knelpunt: de hoge uitval in het hbo. Mbo’ers hebben vaak moeite met de theoretische vakken, terwijl havisten nauwelijks iets van de beroepspraktijk weten en daardoor vaak een verkeerde studiekeuze maken. Waarom koppelen we deze jongeren niet aan elkaar en laten we ze vakken volgen op elkaars school?
Struikelen
Ook pleit de organisatie voor een ‘pre-pabo’, waarin mbo-studenten worden klaargestoomd voor de pabo. Vooral niet-westerse studenten struikelen over de vorig jaar ingevoerde toelatingstest: hun instroom daalde met ruim zeventig procent.
Wellicht kunnen pabostudenten bij wijze van stage de mbo’ers helpen bij het voorbereiden op de toets. Hierdoor wordt de doorstroom versoepeld, schrijft de DenkTank en wordt ook het lerarenbestand diverser. Minister Bussemaker maakte onlangs bekend voor een soortgelijk plan 2,5 miljoen euro vrij te maken.
In het voorwoord noemt de minister het rapport ‘een mooie inspiratiebron’. De bevindingen sluiten volgens haar aan bij de maatregelen die ze de afgelopen tijd heeft genomen en sterken haar in het idee ‘de juiste weg’ te volgen.