Achtergrond

Deze studenten hielpen Utrecht om het leven voor kinderen een tikkie eerlijker te maken

Student Elena was pissig. Scholen hielden zich niet aan de wet, discrimineerden en droegen met hun ‘eigen lijstjes’ bij aan kansongelijkheid, bleek uit onderzoek van de HU. Dat moest anders. Vanaf 1 oktober regelt de gemeente de inschrijvingen voor basisscholen centraal. Daar hebben studenten Marieke, Elena en Mella bij geholpen, met hulp van HBO-Rechtendocent Maartje Vermeulen.

Vermeulen: ‘Anderhalf jaar geleden had ons lectoraat al onderzoek gedaan naar de aanmeldprocedures op Utrechtse basisscholen. Daaruit bleek dat die niet eerlijk waren, en soms zelfs discriminerend. Dat kwam ook doordat iedere school zijn eigen aanmeldbeleid had. Scholen hielden zich soms ook niet aan de wet, die stelt dat je je kind pas als het drie jaar is mag aanmelden. Veel scholen kenden een ‘voorinschrijving’. De regels waren voor ouders noch scholen duidelijk.’

Uit het HU-onderzoek bleek dat veel ouders, zodra hun baby in de wieg lag, hem inschreven hun favoriete basisschool. Deze school kreeg dikwijls zo’n lange inschrijflijst dat de klassen op papier al uitpuilden voordat het inschrijven toegestaan was. Minder gretige of slecht geïnformeerde ouders visten achter het net.

Het nieuwe systeem

Utrecht besloot nu het inschrijven voor basisscholen te centraliseren. Vanaf oktober 2021 moeten ouders zich voor de school aanmelden bij de gemeente, in plaats van bij de school zelf. Om te voorkomen dat het kind uiteindelijk zonder school komt te zitten, moeten ouders tegelijkertijd vier ‘voorkeursscholen’ opgeven. Als er dan geen plaats is op hun favoriete school, kan hun kind terecht op de school keuze 2, 3 of 4. Kinderen die dichtbij de school wonen, er al broers of zussen hebben zitten of er op de peuterspeelzaal zaten krijgen overigens nog steeds voorrang.

Wat is het voordeel van dat centraal aanmelden? Vermeulen: ‘Ten eerste krijg je zo niet de “absurd vroege aanmeldingen”, maar melden alle ouders hun kinderen op hetzelfde moment aan. Ten tweede is nu voor iedereen duidelijk wat de regels zijn, die staan op de website van de gemeente. Ook krijgt iedereen dezelfde brieven met instructies. Ten slot worden de aangemelde kinderen automatisch beter gespreid over alle scholen. Dat voorkomt dat sommige scholen de toestroom niet aankunnen en andere scholen juist enorm om kleuters moeten leuren. De concurrentie tussen scholen wordt zo minder.’

Vermeulen is tevreden over het nieuwe aanmeldbeleid: ‘Schoolbesturen willen vaak zeggenschap behouden, scholen krijgen ook per leerling betaald. Toch wilden bijna alle tweehonderd scholen mee in dit nieuwe centrale systeem. Uiteindelijk waren er maar drie scholen die het weigerden.  De Vrije Scholen bijvoorbeeld, willen gesprekken kunnen blijven voeren waarna ze bepalen of een kind al dan niet welkom is. Dit kunnen zij doen, doordat zij op basis van artikel 23 van de Grondwet vrijheid van onderwijs genieten.’

Is er ook een nadeel? Vermeulen: ‘Dat weten we nog niet. Maar de scholen moeten nu lijsten doorgeven met de aantallen kinderen die ze er nog bij kunnen hebben. Daar zijn sommige medewerkers zenuwachtig over.’

Het eerste contact tussen gemeente en docent

Vermeulens betrokkenheid begon bij haar eigen ervaring: ‘Toen mijn dochter twee jaar werd, kreeg ik een brief van de gemeente. Ik moest me oriënteren op een basisschool voor haar, stond er. Die brief vond ik zó onduidelijk dat ik de gemeente erover belde. Gemeenteambtenaar Onno Blok nodigde mij uit om met hem mee te denken. Ik wilde mijn studenten erbij betrekken en ontwierp daarom een honoursproject zodat zij zouden leren hoe je beleidsmatige taal omzet in begrijpelijk Nederlands.’

Student Elena was een van deze tien studenten. In eerste instantie werd ze kwaad. Elena: ‘Toen ik me in het onderwerp verdiepte, had ik de neiging boos te worden op de gemeente en de scholen. Zij waren immers onduidelijk geweest en zorgden er met illegale lijstjes voor dat sommige ouders voorrang kregen.’

Kleuren en brieven

Toen ze de scholen en de ambtenaren sprak, kwam ze erachter dat zij er ook mee worstelden. ‘Ik heb geleerd om naar een probleem te kijken zonder iemand de schuld te geven. Dat de wereld meer kleuren heeft dan het recht ons soms laat geloven. Het is niet alleen zwart of wit niet alleen schuldig of niet schuldig. Die scholen hadden niks kwaads in de zin, maar wisten niet goed hoe ze die aanmeldingen moesten regelen.’

Elena ging vervolgens met haar groepje drie maanden aan de slag met het schrijven van twee duidelijke brieven. De eerste was voor de ouders van het tweejarige kind, met de boodschap: ‘Ga je oriënteren op een school.’ De tweede brief was voor de ouders van het driejarige kind: ‘Meld je, via de gemeente, aan voor een school.’

Ook student Mella dacht mee. ‘Toen we de brieven klaar hadden, bespraken we ze met de ‘proefouders’. Die vonden sommige formuleringen onprettig. Daarom hebben we een paar begrippen aangepast. ‘Voorrangsregels’, vanwege broertjes en zusjes die al op de school zaten, werd ‘factoren’. Dat is neutraal. Ook hebben we verduidelijkt wat de periode is waarin ouders zich kunnen inschrijven. Zo stond er eerst “het kwartaal dat uw kind 3 jaar wordt, mag u uw kind aanmelden.” Wij suggereerden dat ze erbij zouden zetten: “Voor u is dat in de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2021.”’

Niet praten maar doen

Ambtenaar Onno Blok: ‘De opdracht was redelijk vrij: dat ze met een frisse blik naar het proces zouden kijken. Je wilt niet alles voorkauwen en je hoopt dat ze je verrassen. Uiteindelijk hebben we uit de brief enkele zinnen overgenomen. Aan het eind hebben de  communicatieafdeling en de wethouder nog de puntjes op de i gezet.’ 

Of Blok er nu echt iets aan heeft gehad? Hij is even stil. ‘Ik heb met plezier met ze gewerkt want deze studenten en docenten waren zeer gedreven. Bovendien vind ik dat het goed is dat de gemeente dit doet: studenten de kans geven om praktijkervaring op te doen.’

Mella en haar groepje presenteerden eind juni na drie maanden hun brieven aan het eerdergenoemde lectoraat van de HU en aan de gemeente zelf. ‘Ze hebben onze brief niet integraal overgenomen. Dat vond ik jammer en ik weet ook niet waarom ze dat niet hebben gedaan. Voor de volgende keer is dat een verbeterpuntje: nog één afsluitend gesprek erover was mooi geweest.’

Vermeulen is trots: ‘Deze studenten hadden kunnen verzanden in oeverloze filosofische en politieke discussies over kansengelijkheid. In plaats daarvan hebben ze iets concreets gemaakts. Dat vind ik gaaf.’

De volgende honoursmodule over Mensenrechten en Duurzame Ontwikkeling begint 16 november. Er is nog plaats.

Ook interessant: Video: Wat vinden studenten van Coming Out Day?