Tweedejaars Social Work-student Nick Konijnenberg is heel open over het feit dat hij transgender is. ‘Liever dat ze het zelf aan mij vragen dan achter mijn rug om.’ Maar is er dan geen enkele vraag die hij niet wenst te beantwoorden? ‘Hoe ik seks heb. Dat gaat echt niemand iets aan.’
In het eerste jaar op de middelbare school kwam hij erachter wat de reden was dat hij zich altijd ‘anders’ voelde: hij was in het verkeerde lichaam geboren. ‘Ik droeg altijd wel jongenskleding en speelde niet met poppen, maar bij ons thuis vond niemand dat vreemd. Sowieso is het voor meisjes meer geaccepteerd om zich jongensachtig te gedragen, dan voor jongens om zich meisjesachtig te gedragen. Niemand in mijn omgeving was er dus heel erg mee bezig.’
Al gauw vertelde hij het aan zijn moeder, maar het duurde toch nog vier jaar totdat hij ‘uit de kast’ kwam. ‘Ik was best bang voor de reactie van buitenaf. In mijn eindexamenjaar deed ik mijn profielwerkstuk over transgenders en dat was voor mij een mooi moment om het op school te vertellen. Gelukkig reageerde iedereen heel goed. Ze vonden het eigenlijk logisch, begrepen me vanaf toen beter.’
Maar met één ‘coming out’ ben je er nog niet. Van de middelbare school naar het hoger onderwijs? Wéér je verhaal vertellen. Een nieuwe relatie? Uit de kast komen. Zou hij niet liever zien dat het helemaal niet nodig is om uit de kast te komen?
‘Aan de ene kant wel. Sommige mensen maken er zo’n ding van. Maar ik snap dat mensen vragen hebben, en die beantwoord ik graag. Ik heb nu bijvoorbeeld door een operatie een heel blok gemist en kon niet op stage. Dan is het wel handig als mijn leraren en studiegenoten weten waarom dat is.’
Foto’s van vroeger
Hij is bereid om alle vragen die zijn studiegenoten of andere kennissen hebben te beantwoorden. Of nou ja, bijna alles dan. ‘Natuurlijk zitten er weleens “domme vragen” tussen, maar ik ga altijd maar uit van de goede bedoeling bij de ander. Dat ze gewoon écht nieuwsgierig zijn en niet beter weten. Denk bijvoorbeeld aan vragen als: “Wat was je oude naam?” of “Heb je nog foto’s van vroeger?”. Als ik dat zou willen delen met diegene, dan doe ik dat uit mezelf, maar niet omdat je het vraagt. Bij veel vragen zeg ik ook: “Ik wil je hier best antwoord op geven, maar wees je wel bewust dat het niet oké is om dit aan iedere transgender te vragen.” Alleen vragen over seks wil ik echt niet beantwoorden. Dat vraag je toch ook niet aan een collega? Het gaat je eerlijk gezegd gewoon niks aan.’
Ikea-kast
Soms stuit Nick best op wat onwetendheid: ‘Mensen hebben het over “ombouwen”, maar dat is zo’n rare bewoording. Ik ben geen Ikea-kast!’ Tegelijkertijd is er steeds meer bekend over transgenders. Ook dankzij meer representatie in de media.
‘Aan de ene kant helpt dat’, merkt hij. ‘Zoals NikkieTutorials die uit de kast kwam. Maar het kan ook de andere kant op werken. Mensen zien vaak transvrouwen, zoals Louisa (van het TLC-realityprogramma Louisa en Rosanna, red.) of Jessie Maya en dat vinden ze heel overdreven. Als ze mij zien, zijn ze zowat in shock: zo kan het ook.’
Nick heeft nu één operatie achter de rug, zijn borsten zijn verwijderd. ‘Als het goed is, volgen er nog twee: het verwijderen van mijn baarmoeder en uiteindelijk de geslachtsoperatie. Maar het kan zijn dat er iets misgaat, en dat je de laatste operatie niet meer kunt uitvoeren. Sowieso is er bij de laatste operatie een grote kans op complicaties: 70 tot 90 procent. Ik ben er nerveus voor, maar wil me er niet door laten opvreten. Mensen moeten wel weten dat er meer bij komt kijken dan even een operatie. Het heeft gigantische impact en er zijn absoluut risico’s. Sommige transmannen kiezen er daarom voor om geen operatie te ondergaan, maar om het alleen bij een hormoonbehandeling te houden. Dat maakt je niet minder man.’