Nieuws

Dijkgraaf: hogeschool en universiteit, maak je selectie eerlijk

De weg naar het diploma. Illustratie: Maartje Huvenaars

Hogescholen en universiteiten moeten aan de slag om kansenongelijkheid in het onderwijs te verkleinen, schrijft minister Dijkgraaf (onderwijs) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Vooral hun selectieprocedures moeten eerlijker.

De selectie aan de poort kan en moet eerlijker, vindt Dijkgraaf. Die leidt er nu nog te vaak toe dat bijvoorbeeld studenten met een migratieachtergrond minder kans krijgen aan de studie te beginnen. ‘Het kan niet zo zijn dat je wel dezelfde kwalificaties hebt, maar toch meer of minder kans maakt op een plek, door factoren als extra training of de mate waarin je beschikt over sociaal en cultuur kapitaal.’

Minister Dijkgraaf met studenten van de UIT 2023. Foto: Kees Rutten

Gelijke toegang tot onderwijs is niet alleen rechtvaardiger, maar ook in het belang van de kwaliteit van verschillende sectoren in de samenleving. Het feit dat de groep studenten die de selectieprocedure voor Geneeskunde doorkomt de afgelopen jaren steeds minder divers werd, is volgens de minister slecht nieuws. ‘Er is juist zoveel behoefte aan artsen met verschillende achtergronden. Datzelfde geldt ook voor veel andere opleidingen.’

Wel loting, geen hulp van thuis

De minister keert zich nadrukkelijk tegen het zogenaamde ‘schaduwonderwijs’: betaalde trainingen als voorbereiding op selectieprocedures. Die zorgen er namelijk voor dat aspirant-studenten met minder geld eerder afvallen. Hij wil sowieso dat universiteiten en hogescholen meer gaan selecteren op niet-trainbare vaardigheden, en dan vooral op locatie. Een samenwerkingsopdracht of een motivatiebrief, in het klaslokaal in plaats van thuis. Alles om te voorkomen dat de kandidaten worden geholpen door hun ouders of iemand anders uit hun netwerk.

De minister maakt er geen geheim van dat hij groot voorstander is van loten. Of je gemiddels een 9 staat of een 6 zou volgens hem niet uit moeten maken. ‘Steeds meer opleidingen gebruiken loting als selectie-instrument, ik ben blij dat dit voorziet in een behoefte.’ Hij heeft er niets op tegen dat sommige opleidingen een numerus fixus hanteren. ‘Medische studies bijvoorbeeld zijn kostbaar en hebben een beperkte capaciteit. Maar die selectie moet wel eerlijk gebeuren.’

In de brief staat verder dat kandidaten zich te vaak laten afschrikken door selectieprocedures en daardoor bij voorbaat afhaken. Ook dat zouden onderwijsinstellingen voortaan moeten voorkomen, door goede voorlichting te geven over de toelatingseisen die ze stellen.

Studentsucces

Volgens Dijkgraaf gaat er al veel goed in Nederland: ‘Gelukkig kun je nu bijna altijd worden wat je wilt worden, slechts 5 procent komt uiteindelijk bij de tweede studiekeuze uit na te zijn afgewezen in de selectieprocedure.’ Maar dat neemt niet weg dat het volgens hem nóg eerlijker moet. Dat onderwijsinstellingen graag in relatief korte tijd top-afstudeerders afleveren, begrijpt de minister ook. ‘Ik zie de worsteling wel. Je wilt in een 18-jarige al de beste oncoloog zien en dat is niet eenvoudig‘, erkent hij. ‘Maar het is volgens mij niet de taak van het onderwijs alleen maar te werken met het makkelijkste materiaal. Het gaat ook om potentiële kwaliteiten.’

Het verbeteren van de kansengelijkheid bij selectie staat niet op zichzelf. Het past bij de plannen van de minister om  studentsucces centraal te stellen. Hij maakte zich ook al hard voor het verminderen van de prestatiedruk. Studentenwelzijn, een terugkeer van de basisbeurs en het verruimen van de aanvullende beurs moeten daartoe ook bijdragen.

De brief is een uitwerking van de Toekomstverkenning naar het stelsel van vervolgonderwijs en wetenschap. Ook reageert Dijkgraaf op een rapport van de Inspectie van het Onderwijs, dat vorig jaar concludeerde dat er bij decentrale selectie onbedoelde effecten kunnen optreden, zoals kansenongelijkheid.

Zie ook onze video, over kansenongelijkheid: