Aan mijn middelbare schooltijd heb ik mooie herinneringen. Soms heb ik het gevoel dat het tien jaar geleden was, maar het aftrekken van jaartallen leert me dat het veertig jaar geleden moet zijn. Twee leraren uit die tijd staan mij nog heel helder op het netvlies; zij heetten Bruinveld en Zonderling.
Guus Bruinveld was een schat van een man, een echte lieverd en alle leerlingen mochten hem. Hij was aardig, flexibel en hield rekening met gevoelens van leerlingen. Eisen stelde Guus nauwelijks en je was een echte loser als je voor zijn vak geen voldoende kon halen, want de helft van de klas had een acht of hoger. Sommige leerlingen maakten regelmatig misbruik van de goedgelovigheid van Guus en kwamen bij hem weg met de onwaarschijnlijkste smoesjes. In zijn lessen was het behoorlijk rommelig maar daar stoorde Guus zich niet aan.
Het jaar daarna kregen we les in dit vak van Zonderling, een leraar waarvan ik de voornaam nooit wist te achterhalen. Zonderling was een Ploert met een hoofdletter P; hij was erg streng en zette leerlingen meedogenloos voor paal als zij ook maar een mond open durfden te doen. Iedereen was bang voor Zonderling en je kon in zijn lessen letterlijk een speld horen vallen. De repetities en de onaangekondigde schriftelijke overhoringen waren erg moeilijk. We besteedden uren aan ons huiswerk en als je een zeven scoorde, dan was je een kei en had je het hoogste cijfer van de klas. Na al die jaren weet ik nog veel van wat ik ooit van Zonderling heb geleerd en ik weet vrijwel niets meer van het vak uit het jaar van Guus Bruinveld.
In mijn eigen lessen schommel ik voortdurend heen en weer tussen ‘Bruinveld’ en ‘Zonderling’. Aan de ene kant wil je als docent niet als ‘ploert’ overkomen, die keiharde eisen stelt. Aan de andere kant is het ergste wat je als docent kan overkomen, dat studenten vinden dat ze niets van je geleerd hebben. Leg je de lat hoog, dan bezorg je jezelf veel extra correctiewerk. Ben je snel tevreden, dan geef je iedereen een voldoende en ben je als docent efficiënt bezig en gauw klaar. Dat is voor vele docenten een lastig dilemma. In het hbo zitten we in de luxe positie dat er geen landelijk eindexamen is dus alleen WIJ bepalen of iets van hbo-niveau is. Maar hoe doe je dat?