Abdisalam Yasin Ali (37), deeltijdstudent Sociaal Juridische Dienstverlening aan de HU, vluchtte uit Somalië. Met zijn diploma’s voor leraar Geschiedenis en Aardrijkskunde op zak. Maar die papieren bleken hier niets waard. Dus startte hij opnieuw in Utrecht, met een andere opleiding. Ook al moest hij daarvoor veel obstakels overwinnen. Opgeven doet hij niet. ‘Het is de enige manier om een goede toekomst te krijgen voor mij en voor mijn familie.’
Als Abdisalam van 2009 tot begin 2011 in het asielzoekerscentrum (azc) in Dronten woont, heeft hij niets te doen en verveelt zich. Zonde van zijn tijd, vindt hij. Daarom besluit hij om te gaan studeren. Hij volgt aan een cursus Nederlands en een schakelprogramma aan de VU om een academische opleiding te mogen volgen. Drie keer per week reist hij naar Amsterdam en terug.
Maar het lukt hem niet om zich in te schrijven voor een bachelor. Hij heeft geen DigiD en kan dus niet inloggen in Studielink, is zijn verklaring. Ook met de hulp van UAF, die vluchtelingen ondersteunt bij het studeren, stranden de pogingen. ‘Dat vond ik heel erg pijnlijk want ik heb heel veel moeite gedaan om de diploma’s te halen’, zegt hij.
Ambitieus
Abdisalam (1982) komt uit Somalië, een islamitisch land aan de oostkust van Afrika. Sinds de onafhankelijkheid in 1960 volgen de oorlogen elkaar op. Er is veel geweld. Toch doorloopt hij de middelbare school. Hij is een ijverige leerling, helpt de docenten bij het bord uitvegen en is jarenlang klassenvertegenwoordiger. Hij is ambitieus en wil leraar worden, zodat hij mensen kan helpen. De leraren ziet hij als rolmodellen. ‘De enige mogelijkheid voor een betere toekomst is door te studeren’.
Mensensmokkelaars weten hem op het vliegtuig te krijgen naar Londen
Met een UNESCO-beurs studeert hij van 2005 tot 2007 voor leraar Aardrijkskunde en Geschiedenis aan de Amoud University in de provincie Somaliland. In zijn studentenhuis doen twee vrouwen het huishouden, wassen hun kleding en koken. ‘Dat was luxe’. Abdisalam studeert veel in de bibliotheek. Op zijn oude middelbare school mag hij lesgeven.
Maar na anderhalf jaar wordt het gevaarlijk door de burgeroorlog die woedt. Leden van een rivaliserende stam bedreigen hem en hij duikt onder. ‘Toen moest ik vluchten’. Lopend en per auto ontsnapt hij aan zijn belagers. In enkele weken bereikt hij Addis Abeba, de hoofdstad van buurland Ethiopië. Via mensensmokkelaars neemt hij het vliegtuig naar Londen, maar strandt om onbekende redenen op 14 december 2008 op Schiphol.
Cultuurshock
Hij vraagt asiel aan in Nederland en belandt in azc Ter Apel. De onzekerheid is groot: hij vreest dat hij terug moet naar Somalië. En ook de cultuurshock is groot: het is koud, vrouwen dragen geen hoofddoek en er is geen moskee in de buurt. Hij schrikt van het vuurwerk dat vlak voor nieuwjaar wordt afgeschoten: het doet hem denken aan de geweerschoten in Somalië.
Na een maand komt Abdisalam in het azc Dronten terecht. Wanneer hij in Kampen boodschappen doet ziet hij een jonge Somalische vrouw en spreekt haar aan. Het klikt tussen Sharifo en Abdisalam. In juli 2009 krijgt Sharifo, die ook in een azc verblijft, een verblijfsvergunning. Ze krijgt een woning aangeboden in Brabant en vertrekt.
Toch zien de twee elkaar geregeld. Ze trouwen in 2010. Maar zonder verblijfsvergunning mogen ze niet bij elkaar wonen. Na twee jaar wachten krijgt hij te horen dat zijn asielaanvraag is geweigerd. Hij kan niet terug naar Somalië omdat het er te gevaarlijk is, maar hij moet wel het azc verlaten en belandt in de illegaliteit. Hij zwerft door het land en bivakkeert bij andere Somaliërs. Een heel ongelukkige tijd.
Demonstraties
Als het onmogelijk is om te studeren, besluit hij om zijn energie te richten op de verbetering van de positie van asielzoekers – zoals hijzelf – en richt hij samen met anderen de Stichting Vluchtelingen op Straat op. Ze organiseren vooral demonstraties. Zo besluit de groep om drie dagen te kamperen op de stoep van het IND-kantoor in Den Bosch. Het trekt veel media-aandacht.
Een demonstratie in Utrecht staat hem nog helder voor ogen. Hij spreekt burgemeester Wolfsen erop aan, dat het oneerlijk is dat veel vluchtelingen in Utrecht geen dak boven hun hoofd hebben en geen toegang tot de zorg. Een week later kunnen 200 vluchtelingen bij de Sleep Inn terecht. ‘Dat was heel mooi.’
‘De combinatie vader, werk én studie is behoorlijk pittig, maar ik moet een diploma hebben’
Er volgen meer successen. Na de demonstraties van de Stichting Vluchteling op Straat besluit de politiek dat de aanvragen van Somalische asielzoekers allemaal opnieuw worden bekeken. Met als resultaat dat velen mogen blijven. Zo ook Abdisalam. Eindelijk kan hij een toekomst in Nederland opbouwen. Het is inmiddels 2013. De wereld ligt voor hem open. Hij trekt in bij Sharifo en ze krijgen drie zonen. Bij Vluchtelingenwerk Midden-Nederland vindt hij een baan waarin hij mensen kan helpen. En: hij kan weer gaan studeren.
Juridische teksten
Abdisalam kiest voor de deeltijdstudie Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) aan de HU. Hij zit inmiddels in het vierde jaar en wil – met enige vertraging – gaan afstuderen. Het Nederlands is een handicap tijdens de studie. ‘Het is niet de taal die je op straat spreekt, maar het lastige zijn de juridische teksten. De wetteksten en rechterlijke uitspraken moet je kunnen lezen en begrijpen maar ook aan de cliënten uitleggen. Dat is wel een ding tijdens mijn studie.’
Hij wil zich na zijn studie inzetten voor de verbetering van inburgering. Bijvoorbeeld als adviseur van gemeentes of de landelijke politiek. ‘Ik vind dat de overheid hier meer aan kan doen’, zegt Abdisalam. ‘Het is erg als je aan je arts niet kan uitleggen waar het pijn doet. Of als je niks begrijpt tijdens een gesprek met de leraar over de toekomst van je kind. Pas als je goed kan communiceren, voel je je prettig. Dan heb je een netwerk en kun je goed participeren.’
Hij overweegt weleens om te stoppen met de studie: ‘De combinatie vader, werk én studie is behoorlijk pittig, maar ik had niet echt een keus. Het is de enige manier om een goede toekomst te krijgen voor mij en voor mijn familie. Ik moet een diploma hebben.’
Studeren als vluchteling: wat zeggen de regels?
Asielzoekers mogen studeren aan Nederlandse hogescholen en universiteiten. Maar zolang zij niet beschikken over een burgerservicenummer kunnen ze geen DigiD aanvragen. Wie in Nederland woont, heeft een DigiD nodig om zich via Studielink in te schrijven bij hogeschool of universiteit. Een uitkomst is dan het UAF die ondersteuning biedt aan hoogopgeleide asielzoekers en vluchtelingen. Asielzoekers die een ‘nader gehoor’ (interview met de IND) achter de rug hebben, kunnen zich bij de organisatie aanmelden. Het UAF bemiddelt dan bij de inschrijving bij hogeschool of universiteit.
International Office
Navraag bij de HU leert dat er geen gevallen bekend zijn waar de inschrijving in een dergelijke situatie tot problemen heeft geleid. Mocht een asielzoeker of vluchteling problemen ondervinden met het inschrijven dan kan hij of zij contact opnemen met het International Office om tot een oplossing te komen.
Met een studie aan hogeschool of universiteit kan een asielzoeker al tijdens de asielprocedure aan de slag. ‘Dit is belangrijk: uit onderzoek blijkt dat “niets doen” in een asielzoekerscentrum niet goed is voor een mens’, meldt UAF op de website. Studerende asielzoekers hebben geen recht op voorzieningen zoals studiefinanciering en betalen vaak een hoger collegegeld. Degenen die een verblijfsvergunning krijgen en jonger zijn dan dertig jaar kunnen wel aanspraak maken op studiefinanciering.
Een nieuwe studie
Veel asielzoekers en vluchtelingen beschikken over een diploma uit het land van herkomst dat in Nederland niet wordt erkend. Daarom is het nuttig om opnieuw een studie op te pakken zodat ze hier een leven kunnen opbouwen. Het UAF steunt hen met giften en leningen. Die zijn bestemd voor bijvoorbeeld collegegeld, taalcursussen, boeken, computer, reiskosten. Degenen die zijn afgestudeerd of werken dienen een deel van het ontvangen geld terug te betalen aan het UAF.