Interview

Docent van het Jaar Merlin Dik-Geurtsen zit bomvol positiviteit

Foto: Kees Rutten

Merlin Dik-Geurtsen is Docent van het Jaar 2023. De docent en freelance tolk heeft, zoals ze het zelf zegt, ‘het mooiste beroep ter wereld’. Aan Trajectum vertelt ze over gebarentaal, de nominatie, haar DJ-carrière en haar uitvinding tegen ruziënde kinderen op de achterbank.

Ze gleed bijna het graf in toen ze op hoge hakken moest tolken op een begraafplaats. ‘Ik wilde er netjes uitzien dus droeg een jurk, een panty en hoge hakken. Helaas had ik er niet bij stilgestaan dat ik na de kerkdienst ook moest tolken bij het graf zelf. In het modderige gras, waarin je makkelijk wegzakt.’
Nu kan ze hard lachen om deze en andere vergissingen, samen met haar studenten. Merlin Dik-Geurtsen (46) werkt sinds 2019 als docent bij Gebaren, Taal & Dovenstudies. ‘In mijn lessen vertel ik dolgraag over mijn praktijkervaringen. En fouten zijn ontzettend leerzaam.’

Merlin woont in Amersfoort met haar man, twee pubers en labrador. Ons interview vindt plaats op de vierde verdieping van Padualaan 97 – het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies. Haar tweede thuis. Nadat ze de prijs voor Docent van het Jaar 2023 had gewonnen, hingen haar collega’s er posters en vlaggetjes op.
‘Ik heb ze vandaag maar opgeruimd, want nu moeten we weer back to business.’
Na de winst trakteerde Merlin op taart en koeken. ‘Het is zo’n grote eer. Ik heb zoveel lieve berichten gehad. Ik zie de prijs als een teamprestatie voor de geweldige samenwerking met mijn collega’s. Zij bieden mij de ruimte om mijn lessen zelf in te vullen en de lijntjes zijn heel kort binnen dit instituut.’

Bedankspeech in gebarentaal

Haar bedankspeech op het Onderwijs en Onderzoeksfestival 13 april deed ze in gebarentaal. ‘Om onze afdeling meer zichtbaar te maken. Dat is ook waarom ik meedeed aan de wedstrijd.’
Haar studenten – of ‘toekomstige collega’s’, zoals ze ze zelf noemt- hadden haar genomineerd. ‘Ik moest daarna een dossier en filmpje maken voor mijn deelname. Daar had ik eigenlijk weinig zin in en tijd voor. Maar omdat de studenten de moeite hadden genomen om mij te nomineren, wilde ik iets terugdoen. En stel nou dat we ons kleine instituutje meer onder de aandacht zouden kunnen brengen door mijn deelname… Daar zei ik geen “nee” tegen.’

Dit is het gebaar voor ‘ik hou van jou’. Mooi hè?

Er loopt iemand langs tijdens het interview en Merlin begint haar zinnen ook te gebaren. Een principekwestie. Als de voorbijganger een gang inloopt, stopt ze daar weer mee. ‘Gebarentaal is de voertaal binnen dit instituut. Dus wanneer je het kan, is het goed om het te doen, voor de inclusiviteit.’
En ze vindt gebarentaal een hele mooie en heldere taal. ‘Je kunt zoveel nuances aanbrengen met je ogen.’ Ze legt haar handen op haar hart en brengt ze naar voren. ‘Dit is het gebaar voor “ik hou van jou”. Mooi hè? Je geeft je hart letterlijk aan iemand.’ Ze glimlacht.

Helpende ouders

‘Als ik tegenwoordig wakker word, is het eerste wat ik denk: ik heb zin in deze dag. Mijn hele puberteit was ik depressief. Ik deed me heel stoer voor op school en had een grote bek, maar zo was ik helemaal niet. Als je jezelf voordoet als iemand die je niet bent, kan je niet gelukkig worden.’

Na de depressie dacht ik: nu ga ik leven.

‘Mijn ouders trokken me uit mijn depressie doordat ze psychologische hulp voor me zochten. Ze staan aan de basis van mijn leven, ook mijn leven na de puberteit. Zonder hen was ik er misschien niet meer. Daarom heb ik op mijn voet een tatoeage van hun handtekening. We hebben het samen geflikt dat ik hier nu sta.’
Door de depressie weet ze hoe het is om niet gelukkig te zijn, maar ze weet ook dat er betere tijden komen. ‘Na de depressie dacht ik: nu ga ik leven. Juist proberen om positief te zijn.’

Betoverd in de bus

In 1994 begon ze aan de opleiding Recreatie, Toerisme en Cultuur aan de HU. Toen ze bijna was afgestudeerd, kwamen de twijfels. ‘Ik wist niet wat ik ermee wilde worden. Ik vond alles leuk. Psycholoog, kok, kleuterjuf.’
Op vakantie in Ierland zag ze een gezin in de bus stappen. Ze communiceerden in gebarentaal. ‘Ik dacht: wat ziet dit er fantastisch uit. En wat jammer dat ik het niet kan volgen.’ Daarom begon ze na haar afstuderen met de opleiding Tolk-vertaler / Vertaler-tolk. Dat was in 1998, het eerste officiële jaar – na de pilot- dat de HU deze opleiding aanbood. ‘Het had zo moeten zijn.’

Volle week

Inmiddels werkt ze al 21 jaar als freelancetolk. Daarnaast werkt ze twee dagen per week als docent op de HU. ‘Of ja; ik word betaald voor twee dagen. Ik werk denk ik 3,5 dagen per week voor de HU.’ En hoeveel dagen freelancet ze? ‘Vier. Oh nee wacht. Dan kom ik uit op 7,5 dagen.’ Ze lacht. ‘Oké, nee, dan werk ik 3 dagen voor de HU. En 3 dagen als tolk. Denk ik.’

Zeven jaar werkte ze als vaste tolk in de GGZ. Inmiddels tolkt ze bij theatervoorstellingen, op vakanties, in gevangenissen – ‘want doven zijn echt niet alleen maar lieverdjes’-, bij begrafenissen, cursussen, de pufclub en de dokter.
Haar klantenkring bestaat uit zo’n veertig doven die haar voor alle situaties vragen. ‘Ik krijg zo’n twintig aanvragen per dag, dus moet er veel afwijzen. Gelukkig is er het landelijke systeem Tolkcontact, waar doven oproepjes kunnen plaatsen. Maar er is een landelijk tolkentekort, en dat is lastig.’

Motorrijbewijs en escape rooms

Buiten haar werk heeft ze nog allerlei projectjes. ‘Ik ben nu bezig om mijn motorrijbewijs te halen en heb mijn Harley al gekocht.’

Ook is ze dol op spelletjes en escape rooms. Voor corona had ze het plan om een eigen escape room te beginnen in Amersfoort. ‘Zodat mensen de stad beter leren kennen. Maar dat is nu een plan voor later. Ik kan niet alles tegelijk.’

Daarnaast bedacht ze zeven jaar geleden een oplossing voor haar ruziënde kinderen op de achterbank: de Split and Sit. Een schot voor op de achterbank, zodat ze elkaar niet kunnen plagen. ‘Of mijn collega’s weten dat ik dit bedrijfje heb? Ik denk het niet. Maar het is geen geheim hoor.’ Hoe gaat het met het bedrijf? ‘Het is helaas niet het gat in de markt waar ik op hoopte. Toch verkoop ik er gemiddeld 10 per maand.’

DJ-carrière

In 2011 ging ze stappen met haar man. ‘We liepen de kroeg binnen en iemand kwam naar ons toe. “Zoek je je zoon of dochter? Dan zoek ik even mee.” Ik dacht: nee! Ik wil gewoon dansen. Met leeftijdsgenoten, en met leuke muziek!’

Daarom besloot ze zelf aan de slag te gaan als DJ. Ze oefende een half jaar elke maandagochtend drie uur lang in de discotheek. Terwijl de schoonmaker er rondliep. Ze leerde de knopjes kennen en maakte afspeellijsten. Van 2012 tot 2018 draaide ze zo’n vijf keer per jaar. ‘Het is zo cool om te doen, maar het verdient geen reet en kost zoveel energie.’ Inmiddels geen DJ-carrière meer dus.

Een quote uit het juryrapport: ‘Je staat midden in de praktijk en verbindt dit aan je onderwijs. Je leert studenten uit hun comfortzone te stappen en expressief te zijn. Je laat zien dat iedereen bij kan dragen aan inclusiviteit.’

Om studenten uit haar comfortzone te trekken, doet ze vaak iets gênants voor de klas. ‘Springen of gillen voor de klas. En als ik hen daarna laat schreeuwen, doe ik zelf ook lekker mee.’