Columns

Doe mij maar een wegwerpbeker

Marilène Vis. Foto: Kees Rutten

De zon komt op boven de gebouwen van De Uithof. Het regenboogfietspad is nog leeg en onder mijn ogen zitten enorme wallen. Gapend loop ik door de draaideur bij Heidelberglaan 15, in een rechte lijn op mijn doel af.

Zodra ik bij het koffiezetapparaat aankom, kan ik wel huilen van geluk. Tijd om mijn ochtendhumeur te verbannen naar morgen.

Maar als ik naar de stapel kartonnen bekers reik, slaat de schrik me om het hart. De vertrouwde Douwe Egberts bekertjes – inclusief verschrikkelijke quote – zijn spoorloos.

Ik besluit naar de Spar te lopen. Misschien onhandig omdat het wat extra tijd kost, maar dan heb je ook wat – als het goed is. Eenmaal daar aangekomen, word ik flink teleurgesteld. Als je namelijk een kartonnen beker wil gebruiken voor je koffie, moet je die eerst afrekenen bij de zelfscankassa, dan aan een medewerker vragen of ze je de beker kunnen geven (gadverdamme, menselijk contact op de vroege ochtend), om vervolgens ein-de-lijk je bakkie pleur uit de automaat te kunnen halen. Na al die inspanning ben je dan én te laat, én chagrijnig.

En dus besluit ik dat ik me niet langer kan verzetten en neem ik de volgende dag een herbruikbare beker mee. Demonstratief loop ik ermee door de gang. Kijk mij eens duurzaam zijn. Maar zodra mijn koffie op is, kom ik voor een volgend dilemma te staan: waar laat ik dit ding nu? Als ik hem in mijn tas gooi, zitten al mijn spullen voordat ik het weet onder de koffieprut, maar uit de kranen die ik probeer op de HU komt alleen maar koud water dus echt goed omspoelen lukt ook niet. En dus ben ik gedwongen om het ding de hele dag – knarsetandend – in mijn hand te houden.

Dus, HU: allemaal leuk en aardig hoor, die duurzaamheid, maar doe mij toch maar een wegwerpbeker. Ik ben helemaal voor het bestrijden van klimaatverandering, zolang ik er maar geen last van heb.