Wat bezielt de eerstejaars?

‘Door mijn favoriete artiest studeer ik nu gebarentaal’

Foto: Renée Burger

Met een grote glimlach loopt ze door de gangen. Naar iedereen die ze tegenkomt zwaait ze even. Emma Lodder (17) uit Spijkenisse. Zelf omschrijft ze zichzelf ‘als een feestbeest, die graag  een uitdaging aangaat’.

Wat is de reden dat je hebt gekozen voor de HU?

‘Ik wilde heel graag iets met mensen doen, maar ik kan niet tegen poep, plas, kots of bloed. Hierdoor vallen al snel een heleboel dingen af.

Anderhalf jaar geleden zat ik op mijn laptop te kijken naar een optreden van mijn favoriete artiest, Harry Styles. Hij was via gebarentaal met een dove fan aan het communiceren. Dat vond ik zo indrukwekkend, dat ik meteen heb opgezocht waar je deze studie kan volgen. Als ik dat filmpje van Harry Styles niet had gezien, had ik dit niet gekozen. Ik ben heel blij dat ik die video wél heb gezien.’

Hoe ziet een gemiddelde schoolweek er voor jou uit?

‘Ik ga drie keer per week naar school. Vooral voor de gebaren, maar ook heb ik logopedie, spelling en een theorievak. 

In de lessen zitten we altijd in een kring, omdat we elkaars gezichten anders niet kunnen zien. Voor gebarentaal is het natuurlijk juist belangrijk dat je elkaar ziet. In al onze lokalen zijn de tafels daarom aan de kant geschoven.

Tijdens de toets zit iedereen voor een afgeschermde computer. Boven je hangt een camera die je filmt tijdens het uitbeelden van je gebaren. Aan het eind van het jaar verwachten ze van ons dat we 890 gebaren kennen. Dat is veel. Hier word je gedwongen om alles uit te beelden, omdat de meeste docenten doof zijn. Als ik daarna met mijn vriendinnen afspreek, merk ik dat ik automatisch veel met mijn handen praat. Het gaat er snel in zitten.’

Wat zijn je toekomstplannen met deze studie?

‘Voordat we met school begonnen, moesten we een keuze maken uit tolk of docent. Het lijkt me niet interessant om tolk te zijn. Docent op een school lijkt me ook niks, maar docent gebarentaal in een gezin lijkt me heel leuk. Ik help die gezinnen dan met het leren van gebarentaal als ze bijvoorbeeld een doof kind hebben.’

De ‘tolk van de persconferenties’, Irma Sluis zorgde voor een stijging van aanmeldingen voor de opleiding van 42 procent.

Vind je dat er nu genoeg mensen op deze opleiding zitten?

‘Vooral in de tolkklassen is het aantal studenten gestegen. De klassen voor docent zijn in omvang ongeveer hetzelfde gebleven. Nog elke les wordt ons gezegd dat we er een gebrek aan hebben. Tot nu toe is de HU de enige school met de opleiding gebarentaal.

Ik zou het slim vinden als er een groep is die langs scholen gaat om over de studie te praten. Op die manier maak je de studie bekender.’

Hoe belangrijk is gebarentaal?

‘Heel belangrijk. Dove mensen waarvoor een gehoorapparaat geen zin meer heeft, hebben al helemaal gebarentaal nodig. Zonder tolk kunnen ze niks doen. Stel je voor dat ze een doktersafspraak hebben en hun tolk ziek is: hoe moeten ze dan een gesprek voeren met die arts? Voor zulke momenten zijn er te weinig tolken in Nederland. Ik hoop zó dat iedereen in Nederland een beetje gebarentaal wil leren.

Ik werk bij een bakker waar we een dove klant hebben. Hij verstaat helemaal niks en kan alleen maar liplezen. In de bakkerij mocht ik mijn mondkapje absoluut niet afdoen. Niemand van ons kent gebaren, het was een drama. Ik ben uiteindelijk een keer naar buiten gelopen om mijn mondkapje af te doen, om met hem te communiceren. Als iedereen de basic gebaren bij zijn werk kent, zoals bijvoorbeeld “wilt u de bon?” of “wat is uw kledingmaat?”, zou dat al enorm helpen.

Eigenlijk zouden gebarentaaldocenten één keer een gratis cursus moeten geven in de basisgebaren. Gratis, daar zijn Nederlanders sowieso dol op. Als je ze ervoor beloont, gaan ze het ook eerder doen. En als ze het dan leuk vinden, zal deze taal zich steeds meer ontwikkelen.’

Wat hoop je nog met de studie gebarentaal te bereiken?

‘Op onze studie hebben we een speciaal ‘gebarentaalplein’ waar iedereen alleen via gebarentaal mag communiceren. Omdat we nu eerstejaars zijn en nog niet alle gebaren onder de knie hebben, mogen we af en toe ook praten. Ik kijk uit naar het moment waarop we uit de lift stappen en iedereen via gebarentaal met elkaar kan communiceren. Dat zou geweldig zijn.

Daarnaast hoop ik dat de studie bekender wordt en er ook meer stageplekken voor ons beschikbaar komen. Vroeger was het gebruik van gebarentaal een taboe. Dove mensen werden gewoon gedwongen om te praten. Gelukkig is dat nu niet meer zo.’

Ook interessant: Dora zou voor geen goud willen horen