Interview

Een baantje bij 112: Student Michael doet het, ‘met eelt op mijn ziel’

Foto: Kees Rutten

‘112, wat is de locatie van uw noodgeval?’ Michael (22) werkt op de meldkamer en neemt telefoontjes op. Een bijzondere bijbaan waarover hij vertelt aan Trajectum. ‘Het liep goed af, maar mijn hart ging flink tekeer.’

Een ongeluk op de snelweg, een omgevallen boom, burenruzies of opstootjes in de binnenstad. Michael komt van alles tegen in zijn werk als centralist op de 112-meldkamer. Wat er langskomt, ligt vooral aan de weersomstandigheden en tijd. ‘Gedurende een storm krijgen we veel meldingen van verkeershinder, tijdens de spits zijn er ongelukken of pechgevallen. In de avonden ruzietjes, lastige klanten die niet uit een kroeg willen of dronken lui op straat.’

Pilot
De politie in Utrecht houdt een pilot om samen te werken met studenten en Michael zit in de eerste lichting. De studenten helpen mee in de piekmomenten: donderdag-, vrijdag-, en zaterdagavond. De bedoeling is dat de studenten dit combineren met hun studie. Michael werkt twee diensten van zes uur per week. 

Elk telefoontje begint hij met dezelfde zin: ‘112, wat is de locatie van uw noodgeval?’ De bellers hebben bij een collega van de centrale al doorgegeven dat ze de politie willen spreken, en niet de brandweer of ambulance. Als mensen bellen, komen alle gegevens van hun SIMkaart al mee. Michael ziet dus de (globale) locatie van de beller, maar hij vraagt het altijd om het zeker te weten. Daarna is het de taak om te polsen wat de situatie is, en zo nodig politie erop af te sturen. 

Vijf schermen

Hij werkt op het operationeel centrum in Utrecht en draagt dan een politie-uniform. Voor zijn neus staan vijf computerschermen. Op de één ziet hij de beschikbare politie op straat, op de ander kan hij persoonsgegevens opzoeken of strafbladen bekijken. Op weer een ander scherm ziet hij hoeveel meldingen er op dat moment zijn en welke eenheden er inzetbaar zijn. Ook ziet hij een kaart met de locatie waarvan de beller belt en de locaties van politie-auto’s.

Afgelopen week kreeg Michael zijn eerste overvalalarm. ‘Gezonde spanning’, leverde dat volgens hem op. ‘In het echt is het altijd anders dan in een oefenscenario. In nieuwe situaties heb ik nog niet zo’n routine.’ Tijdens een overvalalarm moet Michael extra waakzaam zijn. ‘Wij leggen als centralist contact met het pand waar de noodknop is ingedrukt.’ In dit geval ging het om een agressieve klant. ‘Het is goed afgelopen, de politie is erheen gegaan.’

Zo’n overvalalarm leeft ‘gezonde spanning’, volgens Michael.

Zware selectie

Vorig jaar kreeg de vijfdejaarsstudent Intergrale Veiligheidskunde een mail van een docent over de pilot. ‘Dat leek me wel wat.’ 

Michael doorstond een zware selectie van een half jaar. ‘In de eerste ronde moest ik een korte motivatiebrief schrijven. Daarmee werd getest of ik snel tot de kern kom.’ Een andere test was de ‘arbeidsproef’. ‘Ik moest bellen met een trainingsacteur en werd niet voorbereid. Toen werd getest of ik dichtsla in zo’n situatie.’ Ook een psychologische test en een veiligheidsonderzoek (‘om onder andere te testen of ik niet omkoopbaar ben’) waren deel van de selectie.

Van de 55 studenten die zich hadden aangemeld, werden er negen aangenomen. In een stoomcursus van tien zaterdagen – en wat zelfstudie in de avonduren- leerden zij de fijne kneepjes van het vak: de wetgeving en taken van de politie, hoe de computersystemen in de meldkamer werken en natuurlijk hoe je bepaalde gesprekken voert. Want wat als iemand belt en zegt: ik sta op de rand van de brug en zie het leven niet meer zitten? ‘Dan moet je kalm blijven en iemand in gesprek houden totdat de politie er is.’

Helpende hand

De IVK-student doet dit werk nu een half jaar. De eerste weken zat hij naast een coach, daarna mocht hij meer zelf doen. ‘Eerst luisterde er nog een collega mee, die gaf tips. Ik kon mijn headset overdragen als ik het niet meer wist. Nog steeds kan ik altijd collega’s aanschieten voor vragen.’ Per 24 uur krijgt de centrale 200 á 250 telefoontjes. En er zit altijd een andere student naast hem en de gesprekken voeren ze om de beurt, dus ze luisteren met elkaar mee. Ze helpen elkaar waar nodig. ‘Als er een ongeluk is gebeurd, kan de ander alvast Rijkswaterstaat op de hoogte brengen.’

Springen

Het is zaak een professionele afstand te houden van de mensen die bellen. ‘Aan het eind van de dienst weet ik vaak niet meer wat ik allemaal heb gehad.’ De ‘eerste keren’ blijven hem wel bij. ‘Ik weet nog dat iemand belde en vertelde op het balkon te staan en te willen springen. Ik probeerde hem te kalmeren (“ik hoor je, ik ben er voor je”) en vroeg: “Vind jij het goed als ik wat collega’s langsstuur om daar met jou te praten? Over de telefoon praat het ook zo lastig.” De politie was toen al onderweg. De beller zei na een tijdje: “Ik ga het gewoon doen.” Uiteindelijk bleek dat hij daarmee bedoelde dat hij “gewoon zou gaan praten” met de politiemannen. Het liep goed af, maar mijn hart ging flink tekeer.’

Hij heeft al meerdere keren gesprekken gevoerd met een suïcidaal persoon. ‘Dat is heftig, maar je weet wel: degene belt niet voor niets. Hij ziet nog een kans om het te voorkomen.’ 

Vaak weet hij niet hoe het is afgelopen. ‘Maar dat is ook goed, het hoort erbij om het los te laten.’ Daar helpen zijn collega’s hem bij. ‘Er is een team collegiale opvang en ondersteuning. Zij zijn opgeleid om te herkennen hoe het met ons gaat, en na afloop van heftige telefoontjes kunnen we met hen praten.’

Eelt op je ziel

Wat je voor dit werk nodig hebt? ‘Ik citeer mijn leidinggevende: “Eelt op je ziel”.’ Daarom zijn de meeste studenten die hier nu werken al wat verder in hun studie. Je moet rustig kunnen blijven, maar een beetje levenservaring kan ook geen kwaad.’ Michael heeft al gewerkt bij de reddingsbrigade. Ook is hij een fervent gamer, waardoor hij naar eigen zeggen snel kan schakelen. 

Toekomst

Omdat de politie de studenten graag wil behouden, kunnen ze af en toe een dagje meelopen bij andere functies. ‘Misschien wil ik later ook wel bij de politie. Er zijn veel functies. Ik kan ook doorgroeien naar regiecentralist, dan stuur je de politie-eenheden aan. Of ik stroom door naar de politieopleiding en mag de straat op. De waterpolitie trekt me ook.’ 

Solliciteren

Binnenkort begint een nieuw sollicitatietraject voor geïnteresseerden. ‘Gewoon proberen als het je iets lijkt’, adviseert Michael. ‘Het is een lang en zwaar traject, maar je komt er meteen achter of het bij je past.’ 

De bijbaan verdient overigens ‘niet slecht’, volgens Michael: zo’n zestien euro per uur. En in de avonden krijgt hij een toelage. ‘Al met al heel wat leuker dan een baantje bij de Albert Heijn.’

Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.