Columns

Een idioot in sport, dat raak je nooit meer kwijt

Iedere maand schrijft Journalistiek-studente Nina Juffermans een column voor Trajectum online. Deze maand: over die idiote sport.

(Deze column verscheen eerder in het sportmagazine van Trajectum)

Je had op de middelbare school altijd wel een klasgenoot die niet goed was in gym. Ja, ken je ‘m nog? Die klasgenoot die na twee rondjes rennen ter aarde stortte en kruipend afdroop naar de kleedkamer. Die persoon die altijd weer gewond raakte tijdens de gymles. De ene keer een honkbal recht in het oog, dan weer een vinger die op vreemde wijze blauw werd en opzwol tot formaat hockeystick. Nou, die persoon was ik dus.

Zodra je erachter komt dat jij die persoon bent, kan je je er maar beter bij neerleggen. Dus dat deed ik. Al in de eerste klas van de middelbare school legde ik me neer bij het feit dat gym niet aan mij besteed was. Ik kon weer andere dingen goed. Zoals hoelahoepen, afwas wegmoffelen en kleine kinderen aan het huilen maken.

Een idioot in sport zijn, dat raak je nooit meer kwijt. Dat zit in je genen. Het is dan ook heel belangrijk dat je het onthoudt. Nou gaat dat in de praktijk vaak juist fout. Dat je een ontzettende imbeciel bent op het gebied van welke sport dan ook, lijkt nogal makkelijk te vergeten. Althans, volgens mij is dat het. Anders snap ik ook niet waarom ik me vandaag als een imbeciel stond uit te leven op een loopband in de sportschool. Om me na twee minuten ter aarde te storten en piepend en kreunend weer af te druipen naar de kleedkamer. Net als vroeger. Die persoon ben ik nou eenmaal.