Achtergrond

‘Een leven lang leren?’ Veel te duur door instellingscollegegeld

Illustratie: Roos Vervelde

Het staat groot op de website van Hogeschool Utrecht. De HU Onderwijsvisie is ‘een leven lang leren’. Maar wat als je na een hbo-studie nog een hbo-studie wilt volgen? Dan betaal je bijna negenduizend euro per jaar. Waarom? En waarom lost het STAP-budget dat niet op?

Wanneer je al een hbo-diploma hebt en nog een hbo-studie wilt volgen, wordt dat een dure grap. Je betaalt dan komend collegejaar bijna 9000 euro instellingscollegegeld in plaats van het wettelijke collegegeld van ruim 2000 euro.

Wettelijk collegegeld en instellingscollegegeld: hoe zit het?

Er zijn twee soorten collegegeld: wettelijk collegegeld en instellingscollegegeld. De meeste studenten betalen wettelijk collegegeld. In studiejaar 2021-2022 was dat 1.084 euro. Minder dan normaal, omdat de overheid  coronakorting gaf. Volgend jaar wordt het wettelijke collegegeld 2.209 euro, en er is een kans dat dit ruim 200 euro omhoog gaat door inflatie.

Het wettelijk collegegeld is niet genoeg om de volledige onderwijskosten van een student te vergoeden. Daarom draagt de overheid financieel bij met een rijksbijdrage. Maar dat doen ze na de eerste hbo-opleiding niet meer. Daarom betalen studenten die nog een hbo volgen dus de volle mep: het ‘instellingscollegegeld.’

Uitzonderingen voor tekortsectoren
Wanneer je al een hbo-opleiding hebt afgerond maar voor het eerst begint aan een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg, betaal je ook slechts het wettelijke collegegeld. Maar als een pedagoog zich wil laten omscholen tot leraar, betaalt die wel instellingscollegegeld, want die zat al in die tekortsectoren van zorg en onderwijs. Op 27 juni zei onderwijsminister Dijkgraaf dat hij overweegt om zo’n uitzondering ook in te stellen voor opleidingen binnen onderwijs, zorg en techniek, zonder de eis dat het de eerste studie is binnen dat gebied.

Bijna 9000 euro

De hoogte van het instellingscollegegeld wordt per onderwijsinstelling vastgesteld door het college van bestuur en kan verschillen per (soort) opleiding. Op de HU kost een voltijd en duale opleiding komend jaar 8.812 euro. Een deeltijdopleiding kost bijna hetzelfde: 8.441 euro. Ter vergelijking: Op de HvA is het instellingscollegegeld voor een voltijdopleiding 8.732, op Avans 8.452, op het Windesheim 7.640 euro en op Fontys 8.333 euro.

Er zijn ook grotere verschillen: Een deeltijdopleiding op Fontys kost 6.210, terwijl een voltijd AD-opleiding Werktuigbouwkunde daar weer 10.660 kost. Een deeltijd op het Windesheim kost 6.620 euro.

Waarom verschilt het instellingscollegegeld per onderwijsinstelling?

‘Die verschillen kunnen ontstaan door verschillen in het aantal docenten, de belangrijkste kostenpost van een opleiding’, aldus dienst Finance, Control & Analytics. ‘Of doordat hogescholen andere beleidsuitgangspunten hanteren en differentiëren in tarieven.’ Het beleid van de HU is dat het instellingscollegegeld kostendekkend moet zijn en dat indexatie van het tarief gelijk loopt met indexatie van het wettelijk tarief.

Toename van 23 procent

Tom Vermeer* volgt de Ad-opleiding Bouwkunde en betaalde dit collegejaar 6.837 euro voor zijn deeltijdstudie. Komend collegejaar wordt dat 8.441 euro. Daar schrok hij van. ‘23 procent meer dan voor mijn eerste jaar?’ Deze toename heeft onder andere te maken met de coronakorting. Die kreeg hij ook. De prijs van zijn deeltijd Ad-opleiding bedroeg dit jaar zonder korting 7.921 euro.

Daarnaast wordt het instellingscollegegeld van deeltijdopleidingen op de HU de komende twee jaar stapsgewijs verhoogd tot hetzelfde tarief als voltijdopleidingen. Op dit moment is dit nog 728 euro lager, maar dat wil de HU voor alle opleidingen gelijk gaan trekken. Dienst Finance, Control & Analytics zegt hierover: ‘Dit is in lijn met de externe bekostiging, waarbij er ook geen onderscheid wordt gemaakt naar de opleidingsvorm. De tarieven voor alle opleidingen vanuit de HU zijn gelijk.’

Ook zijn de collegegeldtarieven net als het wettelijk tarief gestegen met 1,88 procent conform de consumentenprijsindex.

Duur

Omdat Vermeer als twintiger aan aan een andere hogeschool studeerde en een hbo-diploma behaalde, betaalt hij nu als veertiger zo’n 900 euro per maand aan de HU. ‘Voor mijn gevoel word je door deze hoge prijs niet gestimuleerd om een beroepsswitch te maken. Het maakt een leven lang leren moeilijker en zorgt voor minder instroom bij de opleiding die ik volg. Juist oudere studenten kunnen het niveau opkrikken en jonge studenten extra inzichten geven.’ Hij werkte jaren in de media- en kunstsector. Tijdens de pandemie kwam hij erachter dat hij dit niet tot zijn pensioen wilde doen, dus stapte hij over naar de bouwsector.

‘Mijn werkgever vergoedt mijn studiekosten alleen als ik er minstens vijf jaar blijf werken’

Nu hij Bouwmanagement studeert, werkt hij al bij een bouwbedrijf. ‘Mijn werkgever vergoedt mijn studiekosten wanneer ik hier minstens vijf jaar blijf werken.’ Of hij er blijft werken, weet hij niet. ‘Vijf jaar kan heel lang zijn als je situatie wijzigt door een overplaatsing voor een paar jaar naar een bouwproject in Heerhugowaard in plaats van Haarlem en je met aanzienlijk meer reistijd te maken hebt. Of wanneer je door een andere reden moet kiezen tussen privé of een grote studieschuld.’

STAP-budget

Sinds januari 2022 zijn studiekosten niet meer aftrekbaar van de belasting. Voor die tijd was het mogelijk voor mensen die het instellingscollegegeld betaalden om dit te doen tot een bedrag van 15.000 euro. In plaats van de aftrek studiekosten is er in maart 2022 een subsidieregeling gekomen: het STAP-budget voor werkenden en werkzoekenden. Een bedrag van 1000 euro dat mensen jaarlijks kunnen uitgeven aan een cursus of opleiding naar keuze die geregistreerd staat bij DUO/UWV. ‘Daar is jaarlijks 200 miljoen beschikbaar voor gesteld. Het is dus een kwestie van “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”’, aldus Radboud Rijpkema, die zich voor de HU bezighoudt met het STAP-budget.

Knelpunten STAP-regeling

Vermeer valt tussen wal en schip: geen studiekosten die aftrekbaar zijn, maar ook geen STAP-budget. Dit budget is enkel aan te vragen voor nog te starten opleidingen. Maar ook als hij nu pas zou starten, zou hij voor zijn Ad-opleiding geen STAP-budget kunnen aanvragen.

De Vereniging Hogescholen is beperkt betrokken geweest bij de uitwerking en ontwikkeling van de STAP-regeling. Daardoor ontstonden meerdere problemen. Rijpkema: ‘De STAP-database sluit slecht aan op belangrijke data van het HBO aanbod. Vanwege verschillende inhoudelijke en technische aspecten van de regeling en de onderliggende systemen, is het nog bijna geen enkele hogeschool gelukt om bachelors, masters, Ad’s of deeltijdopleidingen aan te bieden voor STAP.’

Zou de HU wel geregistreerd staan, dan is er weer andere moeilijkheid van de STAP-regeling. Rijpkema: ‘Bij meerderjarige opleidingen is het nog niet mogelijk om elk jaar opnieuw van de STAP-regeling gebruik te maken, ondanks het feit dat je in principe jaarlijks een STAP-subsidie kunt aanvragen.’

Post-hbo

Wanneer het STAP-budget wel ingezet zal worden voor opleidingen van de HU, kan Rijpkema niet zeggen. ‘Maar we streven ernaar om voor februari aanstaande inschrijven voor deeltijd met STAP mogelijk te maken.’

Zeker is dat de HU vanaf medio juli ongeveer negentig cursussen aanbiedt met de STAP-regeling. Die lopen tussen 1 september en 30 januari. ‘Dit was wel mogelijk omdat het minder administratie vereiste.’ Tot nu toe lijkt het erop dat het STAP-budget dus enkel wordt gebruikt voor kortere cursussen en post-hbo’s en niet om korting te krijgen op het instellingscollegegeld.

Extra kritisch

De hoge onderwijskosten dragen er toe bij dat Vermeer kritischer is, omdat hij weet dat hij flink betaalt voor zijn opleiding. Maandag is zijn vaste lesdag, maar inhoudelijk valt het soms tegen. ‘Ik vind de theorie iets oppervlakkig en er wordt mijns inziens ook te makkelijk verwezen naar online video’s over relevante onderwerpen. Ze sluiten weliswaar aan op het lesprogramma, maar zijn ook kort en soms wat verouderd. De tutorials en begeleidingvoor bouwkundig tekenen zijn dan weer wel heel goed.’

Ervan uitgaand dat een collegejaar veertig schoolweken bevat, betaalde hij dit collegejaar zo’n 170 euro per week voor die maandag. ‘Ik weet dat ik dat niet moet omrekenen, want zo werkt het niet. Toch schiet het regelmatig door mijn hoofd. Maar ik wil niet dat ik anders benaderd word dan een student die dit jaar maar duizend euro heeft betaald.’

Een leven lang leren?

Geen kortingen of studiefinanciering dus, maar DUO heeft wel het Levenlanglerenkrediet als laatste redmiddel. Mensen die een hbo-opleiding volgen en instellingscollegegeld betalen, kunnen met deze regeling geld lenen voor hun studie. Onder een aantal voorwaarden: het collegegeld mag niet volledig worden vergoed door een werkgever of ander persoon. Ook moet je jonger zijn dan 56 jaar. Niks ‘leven lang leren’ dus. Ben je 57? Dan ben je blijkbaar uitgeleerd.

*Wegens privacyredenen wil de geïnterviewde niet met zijn echte naam in het artikel worden genoemd.