Eén op de vijf oud-studenten met een studieschuld kan niet snel genoeg aflossen, staat in antwoorden op vragen van de Tweede Kamer. Het gaat om 113 duizend mensen.
Het inkomen van deze oud-studenten is momenteel te klein en daarom wordt hun maandbedrag tijdelijk verlaagd. Soms komt het terugbetalen er helemaal niet meer van: jaarlijks moet de overheid een bedrag van tien miljoen euro kwijtschelden, aldus de minister.
Fluiten
Dat deze oud-studenten tijdelijk minder aflossen, wil niet zeggen dat de overheid in alle gevallen kan fluiten naar het geld. “Pas aan het einde van de aflostermijn kan worden geconstateerd of een student de studielening (gedeeltelijk) niet kan terug betalen.”
Eigenlijk wilde de Tweede Kamer nog meer weten. Welke studierichtingen hebben deze studenten gevolgd? Maar die informatie krijgt de Kamer niet. “Een uitsplitsing naar studierichting is niet te geven, want zodra een student gaat terugbetalen, schoont DUO de administratie op omwille van de privacy.”
Eerder dit jaar meldde dagblad Trouw al dat steeds meer oud-studenten moeite hebben met het afbetalen. Toen ging het om dertien procent van de aflossers, oftewel 90 duizend mensen. Dat aantal is nu dus opgelopen naar twintig procent.
Afgeschaft
In 2015 is de basisbeurs afgeschaft. Daardoor zullen studieschulden naar verwachting verder oplopen, maar studenten krijgen twintig jaar langer de tijd om terug te betalen. Deze nieuwe cijfers staan daar overigens los van: de huidige terugbetalers vallen allemaal onder het oude regime.
De vraag naar de studieschulden stond in een lange lijst met ‘feitelijke vragen’ over de begroting. Daarom staat er niet bij welke fractie de vraag stelde. Het gaat in principe om apolitieke vragen, bedoeld om de begroting te kunnen snappen voordat men erover in debat gaat.