In de vierde aflevering vertelt commerciële economie docent Paul-Peter Fransen, over zijn favoriete leerlingen en het belang van participeren en lef.
Heb je ooit een lievelingsleerling gehad? Of iemand van wie je wat hebt geleerd?
‘Niet één iemand. Voor bepaalde studenten krijg ik meer gevoel, omdat ik ze beter leer kennen. Ik heb met sommige studenten ook een betere klik dan met anderen. Als ik hen later tegenkom, kan ik me nog dingen herinneren. Bijvoorbeeld hun enthousiasme of leuke ideeën die we uitgewisseld hadden.
Studenten met wie ik snel een klik heb, zijn de studenten die zich open stellen en meer durven te delen. Dat geeft een band. Zeker nu, met het online lesgeven, komt het voor dat je ze, bijvoorbeeld tijdens een groot hoorcollege, niet ziet. Als ik dan een vraag stel, is het fijn als ze antwoorden en hun mond opentrekken.
Het zijn vaak dezelfde studenten die antwoord geven. Zij tonen een soort van leiderschap. Dat vind ik goed en ik geef ze er soms een compliment voor, door bijvoorbeeld achteraf een mailtje te sturen.’
Heb je ooit moeite gehad met een student?
‘Waar ik moeite mee heb is het klagerige gedrag van studenten, over dingen die niet goed gaan. Ik besef natuurlijk dat niet alles op de hogeschool lekker loopt, maar je schiet niet altijd iets op met zeuren. Die houding vind ik moeilijk. Ik zit zelf namelijk niet zo in elkaar.
Maar het klagen van studenten komt in een lessencyclus van acht weken slechts één of twee keer voor. En het gaat om een enkele student die ermee begint en dan vallen anderen hem bij. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Het staat niet goed op Canvas” of “ik kan het niet vinden.” Terwijl ze dan nog niet goed hebben gezocht.
Studenten die weinig initiatief tonen, dáár zit mijn irritatie. Ik houd van inzet, die prijs ik altijd. Mijn valkuil is dat ik allergisch ben voor studenten die dat niet tonen. Die dus zelf geen actie ondernemen, door bijvoorbeeld een medestudent te bellen als ze iets niet kunnen vinden.’
Wat moet een student vooral wel doen?
‘Een student moet meedoen, dat vind ik belangrijk. En durven. Soms is iets eng of niet meteen duidelijk. Probeer het dan gewoon.
Het heeft ook met creatief denken te maken. En het uitstel van je oordeel. Ga niet meteen zeggen dat je het niets vindt, maar probeer het eerst en oordeel daarna over wat je ervan vond.
Wat heel goed werkt, is dat ik soms de studenten uitdaag een stukje van de les voor te bereiden. Dan verrassen ze me soms. Een concreet voorbeeld is dat een student laatst vroeg bij de check-in: “Wat heb je deze week geleerd?” Dat zette me aan het denken.
Ik denk dat dát is wat ik gaaf vind. Ik daag ze uit om iets te doen wat buiten hun comfortzone ligt, ze gaan ermee aan de slag en vervolgens word ik zelf verrast en leer ervan.’
Ook interessant: Video: Nieke heeft een indrukwekkende schoonmaakkast