Enquête: medewerkers willen nog wel thuiswerken, maar studenten willen gewoon naar school

Foto: Kees Rutten

We hielden een enquête om te peilen wat de mentale gesteldheid is van medewerkers en studenten in tijden van corona. Onderzoeksbureau Newcom Research & Consultancy voerde het uit en en we werkten samen met acht andere instellingen uit het hoger onderwijs. Zo verzamelden we tussen 23 juni en 1 juli de antwoorden van 1202 studenten en 871 medewerkers in het hoger onderwijs.

Een van de duidelijkste resultaten uit dit onderzoek: een kwart van de medewerkers ervaart de gevolgen van de coronacrisis sterk als een last. 4 op de 10 zegt de laatste tijd zich somber of eenzaam te hebben gevoeld. Bij studenten ervaart de helft de gevolgen sterk als een last. Ongeveer 2 op de 3 heeft minder energie en voelt zich eenzaam of somber.

Terzijde: de uitkomsten voor de HU lopen vaak redelijk gelijk aan die van de landelijke uitkomsten. Die vermelden we dus niet altijd apart, mede doordat de HU-deelname beperkt was tot 43 studenten en 102 medewerkers.

Medewerkers willen best meer thuiswerken

Eerst nog even inzoomend op de groep medewerkers. Gevraagd naar de positieve ontwikkelingen, noemt net niet de helft van de medewerkers (landelijk 49 procent, aan de HU 48 procent) het feit dat ze meer thuiswerken. Daarover zegt weer 1 op de 5 dat ze in de toekomst zoveel mogelijk willen thuiswerken. In contrast daarmee zegt ruim een kwart wel: ‘Zodra het kan, ga ik weer naar mijn werk toe. Thuiswerken vind ik maar niks.’
Een grote groep van ruim 50 procent antwoordt: ‘Ik ga proberen om 1 tot 2 dagen vanuit huis te blijven werken als mijn werkgever daarvoor open staat’.

Kleine tussenconclusie: thuiswerken is bij medewerkers here to stay. Maar dat wil niet zeggen dat het thuiswerken vanzelf gaat. Want kijk eens welke score ze geven aan hun instelling: gemiddeld een 7,7 (en nee, de HU wijkt daar niet vanaf). Maar het thuiswerken scoort landelijk een punt lager (en een 6,9 aan de HU). En nog een belangrijkere aanwijzing dat thuiswerken niet vanzelf gaat: circa een kwart ervaart regelmatig tot vaak mentale of fysieke klachten door het thuiswerken. Landelijk ligt dit cijfer zelfs op 40 procent. De werkdruk krijgt een krappe voldoende als rapportcijfer, de werk-privé-balans scoort een 6,0. Kortom: dat thuiswerken kan een blijvertje zijn, maar niet met vol enthousiasme.

Studenten geven thuisonderwijs een onvoldoende

Terug naar de studenten, die de gevolgen dus sterker voelen. Desgevraagd blijkt dat 7 op de 10 studenten het lastig vindt om zich thuis te concentreren. Slechts 20 procent bevestigt de stelling: ik vind thuisonderwijs leuk. En kunnen ze de studie prima vanuit huis doen? Op z’n best gaat dat percentage richting 40 procent, nog altijd een duidelijke minderheid.

Ongeveer 6 op 10 doet dan ook minder aan de studie dan voor de crisis. En studenten geven het thuis studeren een dikke onvoldoende: een 4,4 aan de HU, landelijk een 4,7.

Dolgraag naar school

Een overkoepelende conclusie? Misschien is het nog te vroeg daarvoor. Alleen al binnen de HU lopen sowieso nog twee onderzoeken naar de gevolgen van de coronacrisis, waarvan de resultaten later bekend worden.

Maar de HU lijkt aardig in lijn te liggen met de rest van het land. En dan lijkt het dat medewerkers best wat vaker thuis willen werken dan vroeger. Maar studenten zoeken thuis hopeloos naar de concentratie – en willen eigenlijk dolgraag naar school, net als vroeger.