Het vrolijke getokkel van de kauwtjes klinkt boven me als ik mijn fiets neerzet in de stalling tussen Padualaan 99 en 101. De kleine kraaiachtigen lijken zich niet te storen aan onze fietsen en brommers, zelfs niet van de rokers. Ze vergaderen vast over belangrijke zaken zoals de beste broedplek en waar het beter eten is: bij de tour de frites of de kebabkerel. Ik ben op weg naar mijn eigen teamvergadering.
Vandaag zullen we echte mensen treffen in een echte ruimte. Daar aangekomen blijken we met vier fysieke mensen te zijn. De hoofden van acht digitale teamgenoten staan op het grote scherm. We vergaderen hybride en wat gaat dat weer doelmatig en rap. We merken alleen dat de digitale hoofden de grapjes niet kunnen volgen die we in het lokaal maken. Lachen is trouwens ook onhandig omdat de anderen elkaar niet horen en niet kunnen zien wanneer het weer tijd is om het volgende punt te bespreken.
We zijn al bijna klaar als de notulist opmerkt dat we zó snel door de agenda zijn gegaan dat we vergeten zijn om duidelijke acties met namen erbij te noteren. Dus of we elk agendapunt er nog even bij kunnen pakken om netjes af te ronden. Waren we toch bijna ons hele doel voorbij gevlogen.
Als ik in de schemering weer naar de fiets loop, kijk ik of de kauwtjes al op hun slaapplekken zitten en denk ik aan vergaderingen. De online vergaderingen waren enorm effectief: we kwamen snel ter zake, bespraken, beslisten en deelden mee dat het een lieve lust was. Dat houden we erin, dachten we. Maar wat was de prijs van de tijdwinst? Geklets over de zwangerschap van de ene collega, en de restauranttips van de andere, grapjes en gelach en zijsporen. Al pratend voor, tijdens en na de vergaderingen werden we een team in plaats van een verzameling mensen.
Tialda Sikkema is docent op de HU en schrijft voor Trajectum over de ervaringen tijdens haar werk.