Studenten gaan door met de strijd tegen de kabinetsplannen. Op 21 januari is er een landelijke demonstratie gepland, ook al heeft het kabinet toegezegd dat studenten ook in hun master een jaar mogen uitlopen.
Afgelopen vrijdag gingen studenten in verschillende steden de straat op. Op de Dam protesteerden zo’n vierduizend studenten. Ook in Nijmegen, Wageningen en Utrecht werd gedemonstreerd. En het ziet er niet naar uit dat de storm gaat liggen. Sinds half zeven vanochtend bezetten studenten culturele & maatschappelijke vorming een deel van de Hogeschool Rotterdam.
De ministerraad besloot vrijdag dat studenten straks zowel in de bachelor- als in de masterfase één jaar mogen uitlopen, zonder dat zij een hoger collegegeld hoeven betalen. Maar de studenten willen meer.
Studenten mogen hun uitloopjaren namelijk niet vrij besteden, benadrukt Guy Hendricks, voorzitter van het Interstedelijk Studentenoverleg studentenorganisaties. Er is één jaar extra voor de bachelor en één jaar voor de master. Een student die bij zijn bachelor meer dan een jaar uitloopt, gaat gewoon meer collegegeld betalen. En dit hogere collegegeld, door de studenten de ‘Halbe-heffing’ gedoopt, moeten zestigduizend ‘langstudeerders’ al vanaf september gaan betalen, aldus Hendricks.
‘Ongelooflijk dat Rutte dit als positief nieuws durfde te brengen’, smaalt ook Sander Breur van de Landelijke Studenten Vakbond. Rutte zei namelijk dat de regeling meer geld oplevert dan gedacht. “Dan gaan ze dus alsnog meer bezuinigen dan ze van plan waren”, aldus Breur.
Het ISO, de LSVb en de LKvV organiseren op 21 januari – de verjaardag van staatssecretaris Zijlstra – een landelijke demonstratie. ‘Als cadeautje’ krijgt hij “het Malieveld vol betrokken studenten”, schrijven de organisaties in een gezamenlijk persbericht. Ze roepen op tot een landelijke collegevrije dag, zodat studenten naar Den Haag kunnen komen.
Breur denkt dat protesteren nog zin heeft: ‘Zolang het in de coalitie niet helemaal lekker loopt, ligt er een mogelijkheid. De partijen moeten plannen verdedigen waar ze zelf niet helemaal achterstaan. Ze weten dat ze eigenlijk zouden moeten investeren om hun ambities waar te maken.’