Interview

Feestjes en verdieping: Siem woont in een christelijk studentenhuis

Foto: Kees Rutten

Journalistiekstudent Siem (18) woont sinds vier maanden in een christelijk studentenhuis in Utrecht. ‘De huisgenoten hebben aandacht voor elkaar en nemen tijd voor het geloof. Maar we zijn ook gewoon studenten die van een feestje houden.’

Hoe kwam je erop om hier te gaan wonen?
‘Ik ben christelijk opgevoed. Vanaf mijn 11e werkte ik op een boerderij met christelijke mensen. Een collega daar gaf mij als tip dat ik moest informeren bij Stichting Ruimzicht, als ik in Utrecht zou gaan studeren. Dus dat deed ik, met succes.’

En toen?
‘Er is een uitgebreide sollicitatieprocedure. Ik moest een brief schrijven en vertellen wie ik ben, wat ik doe en waar ik sta binnen het christendom. Toen werd ik uitgenodigd voor een huisavond. Een soort hospiteeravond dus. Maar ik mocht niet door naar de volgende ronde, iemand anders paste beter in het huis. Een jaar later probeerde ik het weer, bij een ander huis van Stichting Ruimzicht. Ondertussen had ik ook gehospiteerd bij “gewone studentenhuizen”, maar je weet hoe lastig het is.

Bij mijn tweede poging mocht ik wel door naar de volgende ronde. Dat was een gesprek met de predikant, zij is betrokken bij het huis en is aanspreekbaar voor vragen. Daar moest ik ook vertellen wie ik ben en wat ik wil. Ze willen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben, ze willen iemand die past bij het huis en betrokken is. Ik werd aangenomen.’

En nu woon je er…
‘Ja! Het is een gezellig, groot hoekhuis in Wittevrouwen, met uitzicht op de Dom. Ik ben blij met deze woning. Er wonen zestien studenten van allerlei studierichtingen. Van Geneeskunde en Theologie tot Rechten en verschillende creatieve studies.’

Hoe reageren mensen op het feit dat je in een christelijk studentenhuis woont?
‘Ze zijn verbaasd. Ze denken vaak direct dat ik dan elke avond uit de Bijbel lees met mijn huisgenoten. En ze gaan vragen stellen zoals “mag je wel feesten?” Als ik er meer over vertel, verandert hun oordeel. Dan vragen ze er niet meer naar.’

En… Mag je feesten?
‘Ja, haha. Wij zijn ook gewoon studenten. Veel huisgenoten zitten bij een christelijke studentenvereniging zoals NSU, SSR of Ichtus, ik zit bij zeilvereniging Histos. Met het huis bouwen we feestjes in een washok waar je met een beetje proppen met dertig mensen inpast. Hier vind je ook gewoon kratten bier. Als we maar respectvol met elkaar omgaan en ons houden aan de normale normen en waarden.’

En mag je iemand na een avond stappen mee naar huis nemen?
‘Ja hoor. Ik heb wel veel huisgenoten die een vaste relatie hebben, maar bij de singles is dat geen probleem.’

Wat zijn de ‘christelijke’ aspecten aan jullie huis?
‘We zijn meer met elkaar bezig. Elke maandagavond hebben we een huisavond. We eten samen en hebben een ‘inhoudelijke’, ‘serieuze’ of ‘gezellige’ avond. Laatst hadden we een inhoudelijke avond waarin we om de beurt vertelden welke film of wat voor muziek we mooi vonden. We zijn ook naar een jazzcafé geweest, doen maandelijks vrijwilligerswerk, kijken samen een film of volgen een stiltegebed in Ki Tov (een leefgemeenschap in Utrecht, red.). Of we dansen samen in het washok.

Die huisavonden zijn min of meer verplicht. Maar dat vind ik niet erg, ik heb ervoor getekend. Je leert je huisgenoten op die manier goed kennen.

Christelijke feestdagen vieren we samen. Pasen, Pinksteren en Kerst. Als huis zijn we geabonneerd op Trouw, een christelijke krant. Verder bidden we voor het eten. Sommige van ons gaan op zondag in groepjes naar de kerk, maar dat doe ik niet. Tot nu toe had ik er geen behoefte aan, maar ik denk erover weer eens te gaan binnenkort. Ik zie het ook als een soort uitstapje.’

Christelijke jongeren
Ruim één op de tien jongeren (15-25 jaar) is protestants-christelijk, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Verder is 8,6 procent van de jongeren islamitisch. Utrecht telt vier grote christelijke studentenverenigingen zoals Navigators Utrecht, SSR, VGSU en Ichtus Utrecht.

Noem je jezelf christelijk?
‘Ik kan niet van mezelf zeggen dat ik gelovig ben. Of het nog komt, weet ik niet. Ik sta ervoor open en kan mij vinden in de christelijke waarden: naar elkaar omkijken en voor elkaar zorgen. Bidden en danken voor het eten vind ik ook mooi. We hebben het zo goed in Nederland. Het is prettig om daarbij stil te staan.’

Waarom dan toch een christelijk studentenhuis?
‘Het geloof is mooi en ik leer er hier veel over. Tijdens een zogenaamde “limo-avond”, een liturgisch moment (van gebed, gesprek en handelingen in een christelijke bijeenkomst, red), bespreken we verhalen uit de Bijbel. Laatst bespraken we het verhaal van de vader en de verloren zoon. Een vader vergeeft zijn zoon en ontvangt hem met liefde, terwijl hij veel geld verkwistte. Dat verhaal kende ik uit mijn kindertijd. Daaruit nam ik mee dat vergeving goed is.

Ze zeggen bij Stichting Ruimzicht, waar mijn huis onder valt, dat je er ook bij hoort als je twijfelt of niet gelooft. Je moet er wel voor openstaan. Als je gelooft in Allah en naar een moskee gaat denk ik dat je er teveel vanaf staat.’

Stichting Ruimzicht
Siem woont samen met vijftien anderen in het studentenhuis Akapella van Stichting Ruimzicht. Dat is een christelijke stichting met studentenhuizen in Amsterdam, Utrecht en Groningen. Oorspronkelijk dienden deze huizen als internaat voor studenten theologie. Allemaal hebben ze ‘iets’ met het christelijk geloof.

Gaat het thuis vaak over de strijd tussen religie en wetenschap?
‘Ja. Een aantal huisgenoten studeren Geneeskunde of Diergeneeskunde en veel anderen verdiepen zich in de wetenschap. Er zijn discussies: de wetenschap kan waar zijn, sommige dingen uit de Bijbel kunnen niet waar zijn. We hebben ook discussies over het christelijk geloof en de LHBTQ-gemeenschap. Tijdens zo’n discussie luisteren we rustig naar elkaars argumenten. We zijn het ook weleens oneens, maar dat accepteren we van elkaar.’ 

In april is het Pasen. Gaan jullie wat doen?
‘Pasen vieren we met een gezamenlijk diner. Misschien gaan we uit de Bijbel lezen en geeft de theologiestudent uit ons huis een preek. Dat doet hij vaker. Andere christelijke feestdagen vieren we ook op die manier.’