Columns

Fietsvakantie deel 2: shotjes in de dierentuin

Noah column
Foto: Kees Rutten

Onze columniste Noah Moeys is terug van haar stage in het Amazonegebied. Ze heeft de draad weer opgepikt en vervolgt haar columns vanuit haar studentenkamer in het IBB, Utrechts bekende studentencomplex aan de Ina Boudier-Bakkerlaan. En wat blijkt, Noah is helemaal om wat betreft fietsvakanties. Het leidt haar en haar huisgenoten naar de dierentuin.

Na het daverende succes van de eerste week op fietsvakantie gaan we nog een week, deze keer naar de rest van de ouders. De koers wordt gezet richting Brabant en Limburg, de fietsbroekjes worden weer tevoorschijn getoverd en mijn huisgenoten lijken zich al iets comfortabeler te voelen op die onvruchtbaarmakende harde zadels.

Op het pontje vlak na Wijk Bij Duurstede begint het te regenen. No worries! We zetten harde muziek op en de reizigers in de auto’s headbangen mee. De kapitein vindt het een potsierlijke vertoning, die gekke studenten swingend aan boord van de Spes Futura.

Op de dijk krijg ik, helaas, een lekke band. Floris en Maarten wagen een poging om de band te plakken. Achteraf zien ze dat ze de pleister met de verkeerde kant boven hebben gelijmd. Dat werkt natuurlijk niet. Maar hé, daar sjeest Katelijn langs met de Nissan Micra en kan mijn gevallen paard, de Giant fiets uit 1985, mee achterop naar de fietsenmaker in Tiel.

Noah moest even rustig aan doen op het springkussen.

De ritten gaan voorspoedig en na een nacht in Uden fietsen we verder naar het huis van Fleurs ouders te Mierlo. Bij het kampvuur spelen we eindeloos spelletjes. Een hete nieuwe dag breekt aan en we gaan naar de dierentuin. Als je de naam van een dier niet weet: shotje! Al lijkt het op limonade, het is toch echt rosé dat er in de waterfles zit die de groep rondgaat bij de ringstaartmaki’s. De schommels, glijbanen en wipwap zijn beslist onveilig in onze aanwezigheid. Wanneer ik zielsgelukkig en behoorlijk aangeschoten op een groot springkussen een overslag probeer te maken, snelt een nerveuze vader naar me toe. ‘Zou je misschien wat minder willen springen? Mijn kind wordt gelanceerd.’ Ik kijk achterom en zie een blonde peuter met een onthutst gezicht het opblaaskussen afstuiteren. Oeps. Toch maar weer terug naar de kabelbaan.

We verlaten de dierentuin. De laatste fietsstop is in Nederweert, de geboorteplaats van Lilli. Het ijskoude zelfgebrouwen speciaalbier van haar vader vormt een prettig contrast met de gloeiende pizzaoven. Wauw, wat is dat luxe na uren ploeteren over de heide, waar geasfalteerde wegen en telefonisch bereik absent waren. In de moestuin oogsten we tomaten voor de pizzasaus en daarna kunnen we zitten, eten en drinken, en verder helemaal niets.

Topfit komen we terug op de IBB. Een jaar geleden had je me niet kunnen strikken voor een fietsvakantie, ondanks de woorden van mijn moeder – ‘Hartstikke leuk, deden we vroeger altijd!’. Maar ze heeft gelijk en ik ben verkocht. Die fietsvakantie is een blijvertje.

Lees ook: 25 jaar HU: dat ziet er zo uit.