Columns

Formeren is framen

Reint Jan Renes is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt op deze plek maandelijks over zijn vakgebied. Ditmaal: over de kunst van het framen in de formatie van het kabinet.

De formatie heeft soms wat weg van een jurysport. Als turnsters op een evenwichtsbalk halen de betrokken politici onnavolgbare acrobatische toeren uit. Nauwlettend worden ze door de pers en het publiek in de gaten gehouden. Wie wankelt? Wie blijft staan? Iedere actie wordt beoordeeld en als je valt is het voorbij. Zichtbare evenwichtscorrecties leveren strafpunten op. Jesse Klaver die zich afzondert van de rest, Alexander Pechtold die Gert-Jan Segers bruuskeert en Mark Rutte die geïrriteerd vragen van de pers beantwoord.

De winnaars en verliezers van de formatie worden – net als bij turnen – bepaald op basis van subjectieve beoordelingen. Het is de pers die vaststelt welke politicus sterk presteert en wie heeft gefaald. Dat daarbij beïnvloeding mogelijk is, weten de spelers ook. Het is niet per se de beste die wint. Zodra het spel is gespeeld, begint het spinnen. Voor iedere politicus een eigen frame: Jesse ‘Gebrek Aan Realiteitszin’ Klaver, Alexander ‘Kijk Mij Eens Geweldig Zijn’ Pechtold, Sybrand ‘Onbegrepen Humor’ Buma en Mark ‘Altijd Blijven Lachen’ Rutte. Met de juiste woordkeuze en associaties worden de percepties van de pers en het publiek gestuurd.

Hoe komt het dat we zo gevoelig zijn voor zorgvuldig gekozen frames? Waarom haakte de pers zo gretig in op het verhaal dat de formatie was mislukt door de ‘onmogelijke eisen’ van Jesse Klaver en waarom knikten we allemaal onwillekeurig toen we het lazen? Volgens de communicatiewetenschap heeft het te maken met het feit dat een goed gekozen frame impliciete veronderstellingen bevestigt. Het versterkt wat we stiekem al dachten (‘snotneus Klaver mist ervaring’). Hoe meer een frame overeenkomt met een bestaande verwachting (‘GroenLinks zit vol onrealistische idealen’) des te groter de kans dat we er onbewust in mee gaan.

Zolang frames congruent zijn (naadloos aansluiten bij wat we impliciet al vermoedden), kunnen ze heel effectief zijn. Vandaar dat Haagse spindoctors altijd zoeken naar bestaande associaties en emoties om die vervolgens positief (voor de eigen kandidaat) of negatief (voor de tegenstander) te versterken. Dus afhankelijk van welke partij je bent, zal de onvermijdelijke spagaat van het nieuwe kabinet een ‘pijnlijk gebrek aan ruggengraat’ zijn of een ‘sterk staaltje evenwichtskunst’.