Nieuws

Fors minder studenten in bestuurs- en vrijwilligersfuncties

Foto: Pixabay

Nederlandse studenten besteden fors minder tijd aan nevenactiviteiten als bestuursfuncties en vrijwilligerswerk, blijkt uit onderzoek. Sinds 2005 is het aantal uren dat hieraan besteed wordt gedaald tot iets meer dan 200 uur in totaal, een daling van 67 procent.

Het Brits-Nederlandse carrièrenetwerk Magnet.me, dat het onderzoek uitvoerde in samenwerking met de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvK), luidt de noodklok over de cijfers. Het zou slecht zijn voor de kansen op de arbeidsmarkt, denkt oprichter Vincent Karremans. ‘Werkgevers hechten aan de bredere ontwikkeling die studenten dankzij nevenactiviteiten doormaken. Studenten leren er leiding geven, samenwerken, met verantwoordelijkheid omgaan, op een manier die in de collegebankjes en in bijbaantjes niet is na te bootsen. Dat zijn vaardigheden die werkgevers juist zoeken.’

Studenten die hun studie in 2005 begonnen, besteedden gemiddeld ruim 600 uur aan nevenactiviteiten, zoals bestuursfuncties bij studentenverenigingen of vrijwilligerswerk bij maatschappelijke organisaties of politieke partijen. Bij de nieuwe generatie – begonnen in 2013 en net afgestudeerd – is dat met iets meer dan 200 uur per student flink minder. Steeds meer studenten doen helemaal geen activiteiten meer, en degenen die dat nog wel doen trekken er ook minder tijd voor uit.

Crisis

De Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), de koepelorganisatie van 47 Nederlandse studentenverenigingen, herkent deze ontwikkeling. Iris van Noort, praeses van het Dagelijks Bestuur: ‘We zien dat verenigingen het steeds moeilijker hebben om mensen te vinden voor bestuursfuncties en commissies. Zeker voor commissies waarvan wordt gedacht dat die minder goed op het cv staan, zoals een kroegcommissie. Deze generatie studenten is opgegroeid tijdens de crisis en wil voor alles direct na de studie een baan.’

Volgens de onderzoekers hangt de daling ‘sterk samen’ met de invoering van het Bindend Studieadvies vanaf 2005. ‘Het sociaal leenstelsel uit 2015 heeft de dalende trend niet versneld, maar studenten ervaren de ‘vriendelijke’ leenfaciliteit blijkbaar ook niet als meer ruimte.’

Ook het feit dat sommige universiteiten herkansingsmogelijkheden hebben geschrapt, speelt volgens Van Noort mee. ‘Daardoor komen studenten nog meer onder druk te staan om het zekere voor het onzekere te nemen en alle tijd in de studie te steken.’