Men neme een stel gemotiveerde studenten, zetten ze in een goed geventileerd lokaal, de perfecte temperatuur en nooit vastlopende computers. We zetten er een inspirerende docent die zijn eindeloze kennis ondersteunt met een adembenemende powerpointpresentatie. Aan het eind van de les krijg je een bulk uitdagende opdrachten mee naar huis waar je de rest van de week zoet mee bent. Dat klinkt als een ideale leerschool.
Op 23 en 24 november schijnen verschillende experts hun licht over de ideale hogeschool. Een beleidmedewerker, docent en student geven hier alvast een voorproefje.
Joost de Bruin is docent pedagogiek aan de FMR. Voor hem ligt de focus vooral op het rendement. Op 23 november gaat hij met de aanwezigen aan de slag over zijn visie op een ideale hogeschool.
‘De ideale HU is vooral een instelling waar onderwijs op maat wordt gegeven. Een plek waar je je optimaal kunt ontwikkelen en waar persoonlijke begeleiding wordt gegeven. Dat gebeurt nu in zekere zin ook wel, denk aan het honoursprogramma en het versnelde traject, maar wat mij betreft mag het breder doorgetrokken worden.
In mijn ideale hogeschool bepalen studenten zelf het tempo en hebben ze ook invloed op de stof. Er is een hbo-niveau waaraan iedereen moet voldoen, maar daaromheen kunnen studenten die sneller kunnen ook sneller en studenten die meer inhoud, stage of verdieping willen, krijgen dat ook. Rendement betekent in mijn ogen: het maximale uit je studie halen. Een voorbeeld waarover ik vaak discussie heb met mensen is de mogelijkheid tot herkansen van voldoendes om een student zichzelf nog te laten verbeteren. Nu mag dit in de praktijk alleen wanneer je een onvoldoende hebt. In mijn ideale HU is ruimte voor niveauverschillen en wordt extra inzet van studenten gewaardeerd. Overigens heb je voor deze vorm van onderwijs wel studieloopbaanbegeleiding in kleine groepen nodig. De ruimte hiervoor kun je realiseren door voor bepaalde vakken grote hoorcolleges te organiseren, bij andere vakken in grote klassen te werken en voldoende stagetijd en praktijkopdrachten in te bouwen.’
Ineke Hagen is verbonden aan het bureau Onderwijs en Onderzoek en projectleider van het traject naar een flexibele hogeschool.
‘Het grote voordeel aan de HU is dat we zo ongelooflijk veel verschillende opleidingen aanbieden. Daar moet je, wat mij betreft, optimaal gebruik van maken. Een flexibele hogeschool is een hogeschool die goed kan inspelen op veranderingen in het werkveld. Bovendien is een flexibele opleiding een plek waar studenten in staat worden gesteld om hun ambitie na te volgen, zonder dat er te veel schotten en muren tussen de verschillende faculteiten en opleidingen zitten.
Zo zou een techniekstudent, die bijvoorbeeld geïnteresseerd is in medische apparatuur, ook makkelijk de lessen aan de faculteit Gezondheidszorg moeten kunnen volgen. Begrijp me overigens niet verkeerd; ik pleit niet voor een ‘cafetariamodel’ waar je een pretpakket kunt samenstellen. Het gaat om gemotiveerde studenten die wat extra’s uit hun studie willen halen en/of zichzelf binnen hun opleiding en beroep willen profileren op een specifiek terrein.
Naast een flexibel lesprogramma, vind ik dat een hbo-opleiding de veranderingen in het werkveld nauwlettend in de gaten moeten houden. Zo kan zij optimaal anticiperen met vernieuwde lesprogramma’s.
Bij een flexibele hogeschool ligt de nadruk overigens niet alleen op een inhoudelijke omslag. Het gaat hier ook om een heldere logistiek en een goede organisatie.
Momenteel zijn we met de invoering van het minorenprogramma al een eind op weg naar de flexibiliteit. Het is een langdurig programma waar een cultuurslag wordt gemaakt en dat gaat niet van de een op de dag. In 2014 moeten we als organisatie flexibel onderwijs kunnen aanbieden. Of we dan de ideale HU hebben? Een goede opleiding blijft altijd in beweging. Ik neem aan dat er tegen die tijd wel weer iets te verbeteren valt.’
Sebastiaan Hameleers, derdejaars student integrale veiligheidskunde en actief bij de Medezeggenschap Utrechtse STudenten (MUST). De vereniging die de tweedaagse organiseert.
‘Tijdens de ideale HU zal zijn focus naar de kwaliteit gaan. Kwaliteit leunt op drie pijlers: inhoud, faciliteiten en helderheid van organisatie. Welke het belangrijkste is? Het hangt met elkaar samen. Simpel gezegd vind ik het belangrijk dat iedereen precies weet waar je wat kunt vinden. Daar zijn faciliteiten voor nodig. Is dit in orde, dan kun je naar de kwaliteit kijken. Hierbij vind ik het dat docenten een bepaalde feeling met het werkveld blijven houden. Daarom lijkt het mij geen slecht idee om een docentenstage in te voeren. Bijvoorveeld van een week per jaar, om weer bij te zijn op de veranderingen in het werkveld. Een ideale Hogeschool hoeft overigens niet alleen van een organisatie af te hangen. Betrokkenheid van medewerkers en studenten is wat mij betreft even belangrijk. Als HU-medewerker en student verwacht ik een bepaalde drive. Dit valt alleen te behalen als je elkaar blijft inspireren.’