De imposante Jan van Nassau kijkt neer op een leger van 300 man dat opkomt voor het hoger onderwijs. De graaf houdt in zijn linkerhand een vel papier, de Unie van Utrecht, en in zijn rechterhand een wapen.
Jan kijkt neer op een halve zee van groene petjes, uitgedeeld door de Algemene Onderwijsbond. Hij staat strijdvaardig, net als het ontevreden onderwijspersoneel onder hem.
De petjes staan voor het Academiegebouw van Universiteit van Utrecht: dé broedplaats van kennis sinds 1886. Het leger mensen viert de alternatieve opening van het academisch jaar, minus de feeststemming.
Ze waren woest: de elf organisaties, waaronder vakbond FNV en LSVb, die de strijdbare mensen bijeenriepen voor een protest. Van de ruim 80.000 man die in Utrecht verbonden is aan de universiteit en hogeschool, voelde 300 van hen vandaag de noodzaak om te komen strijden. Ze kijken niet naar Van Nassau, maar richten hun pijlen op Den Haag. Ze willen een vuist maken tegen de aangekondigde bezuinigingen die terug te vinden zijn in het hoofdlijnenakkoord. Volgens sommigen een oorlogsverklaring tegen het hoger onderwijs.
Het Domplein is zonovergoten, en kraampjes steken net boven de groene petjes uit. Zelfs Lassie is gekomen om zijn tanden te laten zien. Iedereen ziet er zomers uit, behalve een televisieman in colbert. Het onderwijspersoneel krijgt het al warm genoeg door de geldschaar die boven hen hangt. Een zwarte, blokachtige camera absorbeert de hitte en emotie. Vlaggen en spandoeken bungelen tussen de massa.
Jan van Nassau weet wat het is om te vechten. Hij hielp zijn grote broer, Willem van Oranje aan geld en soldaten te komen. Daarmee joeg deze Unie van Utrecht in de zestiende eeuw voor altijd de Spanjaarden het land uit.
Deze strijd gaat voorlopig door.