Achtergrond

Gaza niet verbinden aan ‘genocide’ is misschien wel verstandig van cvb

Er was ruzie in de raad, en daarna flink wat geknetter op social media. Het standpunt van het cvb om de term ‘genocide’ niet te verbinden aan Gaza zorgde voor flink wat verontwaardiging. Niet bij lector Cok Bakker. Hij vindt die neutraliteit misschien juist wel nodig.

‘Grof!’ had het geklonken. En: Volg de wetenschap! Het overleg tussen de Hogeschoolraad en het college van bestuur van HU escaleerde toen het college weigerde het geweld in Gaza ‘genocide’ te noemen. Omwille van ‘de tussenruimte’. Op het artikel wat Trajectum erover schreef, kwamen veel reacties op social media. Vooral tegen het standpunt van het cvb.

Alma Mustafić was een van hen. ‘Het is zorgelijk dat het cvb van de HU als kennisinstelling de wetenschap niet wenst te volgen’, schreef ze op LinkedIn. Ze is de deskundige aan de HU over genocide-educatie.

Donderdagochtend 5 juni reageert Mustafić desgevraagd wat uitgebreider: ‘Ik wil mijn eigen cvb niet afvallen. Ik begrijp haar standpunt, want het past bij het menselijk handelen. Maar als wetenschapper vind ik het zorgelijk, juist omdat ze het gesprek met hun deskundige op dit gebied in eigen huis (Mustafić zelf, red) niet willen aangaan.’

Alma Mustafić. Foto: Kees Rutten

‘Juist niet veilig’

Of er nu wel of niet sprake is van genocide in Gaza, is volgens Mustafić al lang geen vraag meer. ‘De wetenschap is hier al over uit. Het cvb kiest ervoor om die niet te volgen met het argument “de tussenruimte veilig te houden”. Dat is misplaatst. Want juist als je als wetenschapsinstituut de wetenschap volgt, maak je het veilig. Bovendien: als je je niet uitlaat, bagatelliseer je daarmee onze rol bij de voorkoming van genocide. En je kiest er onbewust voor om de discussie over wel-of-niet genocide te laten voortduren. Dát is pas onveilig.’

Alma Mustafić is onderwijskundige en werkzaam bij het lectoraat Toegang tot het Recht van de Hogeschool Utrecht als docent-onderzoeker. Ze is gespecialiseerd in de educatie van mensenrechten, genocide, sociale rechtvaardigheid en gemeenschapsontwikkeling.

Volgens Mustafić is het cvb zelf een beetje medeplichtig op deze manier. ‘Wat is de ergste vorm van mensenrechtenschendingen? Genocide. Daarbij heb je natuurlijk de daders, de slachtoffers. Maar je hebt ook een derde belangrijke groep die het mogelijk maakt: de toeschouwers. Zij kijken weg. Uit zelfbehoud. En dat is wat het cvb nu ook doet.’

Cok Bakker. Foto: Kees Rutten

Cok Bakker denkt er anders over. Hij wil niet het standpunt van het cvb verdedigen. ‘Want dat deel ik niet per se. Maar er is wat voor te zeggen om de situatie in Gaza niet direct te verbinden aan de term “genocide”.

Cok Bakker is lector normatieve professionalisering en hoogleraar bij de Universiteit Utrecht. Hij houdt zich bezig met conflicten in de klas en dus ook met ‘gevoelige kwesties’.

Bakker: ‘Wat is de eerste opdracht van het bestuur van de HU? Zorgen voor goed onderwijs. En daarvoor de gelegenheid te creëren zodat studenten hun mening kunnen vormen. En daarbij met goede argumenten komen, gebaseerd op de feiten. Goed leren nadenken dus.

Het argument tegen het cvb is dat “de wetenschap” immers ook heeft bevestigd dat het gaat om genocide. Maar zelfs de wetenschap is niet zwart-wit. Net als over het klimaat zijn daar gradaties in te vinden tussen wetenschappers die zeggen dat het helemaal mis gaat en degenen die zeggen dat het wel meevalt.’

Die gelegenheid waarin studenten hun mening ontwikkelen en aan elkaar toetsen, noemt Bakker de ‘pedagogische  tussenruimte’. Bakker: ‘Daarin mogen klasgenoten het heftig met elkaar oneens zijn, en mag het knetteren, ook over Gaza. De rol van de docent is om die discussie te begeleiden en om te gaan met de onvermijdelijk verschillende opvattingen in de klas. En daarin zeker geen partij te kiezen. Althans, niet als docent, maar prima natuurlijk buiten de klas in een demonstratie. Dat het cvb ervoor kiest om de term “genocide” niet in de mond te nemen, is vanuit die optiek verstandig.’

Willekeur

Wat te doen als docent? Bakker: ‘Het kan zo zijn dat studenten een mening ontwikkelen die niet de jouwe is. Dan heb je de taak om onder ogen te zien dat het je ontzettend raakt. En vervolgens door te vragen. Stel iemand zegt: Stalin was een goede peer. Dan vraag ik: Kun je daar wat meer over zeggen? Als het goed is, komt hij met argumenten waar zijn klasgenoten op reageren. In het beste geval vindt hij Stalin aan het einde van de les een schurk.’

Wat er in de HSR gebeurde vindt Bakker waardevol. ‘Het knetterde. Leden uit dezelfde raad werden kwaad op elkaar, hun meningen blijven waarschijnlijk onverzoenbaar en dat is oké. Maar ze gaan straks wel met elkaar door. Althans dat neem ik aan.’

‘Er is overigens ook een zekere willekeur’ merkt Bakker nog op. ‘Gaza is afschuwelijk. Sudan en Jemen ook.’