Docenten en studenten zijn blij met een nieuwe manier van beoordelen, zonder cijfers. Maar er zijn ook zorgen, over cum laude en doorstroming naar masters.
De nieuwe manier van beoordelen staat in de de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2025-2026. Dat is een belangrijk document voor studenten en docenten dat de rechten en plichten vastlegt rondom het onderwijs, de toetsen en examens. Elk jaar krijgt dit document een herziening. De nieuwe OER is nog niet vastgesteld, een concept is naar de HSR gestuurd.
Driepuntsbeoordelingsschaal?
Bij deze nieuwe beoordeling gaat het om de invoering van de driepunts-beoordelingsschaal. Dit klinkt complexer dan het is. Je kent de klassieke tienpuntschaal (met cijfers tussen de 1 en 10) en de tweepuntschaal (met alleen ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’). Nu komt er een methode bij: ‘boven niveau’, ‘op niveau’ of ‘nog niet op niveau’.
De aanpassing kwam er omdat verschillende instituten aan studenten die het extra goed doen meer erkenning wilden geven dan alleen ‘voldaan’. Sinds twee jaar liep er daarom een pilot waarbij opleidingen met het nieuwe beoordelingssysteem werken. Samen met de examencommissie bepaalden ze wat precies ‘boven niveau’ is.
Wie werken met de driepuntsbeoordeling?
In het studiejaar 2022-2023 mochten de volgende instituten al starten met de pilot:
- Instituut Archimedes
- Instituut voor Communicatie
- Instituut voor Associate Degrees
- Institute for Design & Engineering
- Institute for Information & Communication Technology
- Instituut voor Gebarentaal & Dovenstudies
Vanaf dit studiejaar (2024-2025) mogen ook de volgende instituten hiermee werken:
- Instituut voor Bewegingsstudies
- Instituut voor Verpleegkundige Studies
- Instituut Social Work
- Instituut Paramedische Studies
Daarnaast heeft de opleiding Data Driven Business laten weten dat het graag gebruikmaakt van deze nieuwe beoordelingsmethode.
Positieve evaluatie, maar ook zorgen
In de evaluatie is met 17 personen uit zes instituten gesproken. Daaruit blijkt dat docenten de nieuwe methode als efficiënter ervaren dan het geven van cijfers. Ook studenten zijn overwegend positief. Maar er zijn ook zorgen.
Zo is de technische implementatie nog niet risicovrij. In Osiris, waar studenten hun cijfers zien, moeten docenten de nieuwe beoordelingsmethode handmatig invoeren . ‘Dit is bewerkelijk en foutgevoelig’, staat in de evaluatie. Wanneer het hogeschoolbreed mogelijk wordt om de driepuntsschaal te gebruiken, hoeft het niet meer handmatig ingevoerd te worden.
En sommige studenten merken dat docenten terughoudend zijn met het geven van ‘boven niveau’, omdat ze dit oordeel reserveren voor uitzonderlijke prestaties. Een suggestie van een respondent is om een vierpunts-beoordelingsschaal te overwegen, met ‘excellent niveau’ als extra schaal.
Denken in cijfers blijft hardnekkig
Ondanks het verdwijnen van cijfers met de nieuwe beoordelingsmethode, blijkt het moeilijk om het cijfermatige denken achter te laten. Vervolgopleidingen met een ingangseis, zoals masters, denken meestal in cijfers. Ze kunnen de doorstroom van studenten, die met de nieuwe methode zijn beoordeeld, nu blokkeren. Bemiddeling vanuit de HU en motivatiebrieven van studenten moeten helpen.
Internationale studenten lopen tegen een ander probleem aan: de beoordeling ‘boven niveau’ wordt vaak vertaald naar een 7,5, wat hun gemiddelde kan verlagen.
Ook cum laude afstuderen is ingewikkelder zonder cijfers. Volgens de evaluatie kun je cum laude afstuderen als je bij 80 procent van je vakken ‘boven niveau’ scoort. De exacte criteria worden per opleiding uitgewerkt door een commissie.
Maar al met al is de evaluatie van de pilot positief. De deur staat nu open om de driepuntsbeoordeling breder toe te passen binnen de HU. Instituten krijgen de keuze om ermee te werken, invoering is dus geen verplichting. Zo kan het zijn dat we nog niet helemaal van de old school cijfers af zijn.