Nieuws

Geen lastige vragen voor Cohen

PvdA-lijsttrekker Job Cohen maakt een tournee langs de universiteiten om met studenten in gesprek te gaan. In Rotterdam maakten studenten het hem niet moeilijk, zelfs niet toen het over de basisbeurs ging.
 
De collegezaal van de Erasmus Universiteit Rotterdam was vandaag flink gevuld. Cohen sprak over hypotheekrenteaftrek en de AOW-leeftijd, maar ook over het afschaffen van de basisbeurs. En dat raakte de aanwezigen toch het meest.
 
Lastige vragen leverde het nauwelijks op. ‘Straks gaan kinderen van rijke ouders helemaal geen lening afsluiten en dan betalen zij ook niets terug’, zei een studente. ‘Kinderen van arme ouders moeten wél lenen en terugbetalen. U pleit toch juist voor solidariteit?’
 
‘Maar nu krijgen kinderen van rijke ouders allemaal een basisbeurs, terwijl ze die niet nodig hebben’, pareerde Cohen. ‘Ze hoeven de beurs niet te lenen, maar ze hoeven hem ook niet cadeau te krijgen.’
 
Ook nam hij het misverstand weg dat de aanvullende beurs zou sneuvelen: die wil de PvdA behouden, zodat kinderen van armlastige ouders geen hogere studieschuld hoeven te hebben dan kinderen van rijke ouders. ‘De VVD wil ook die aanvullende beurs schrappen’, voegde hij daaraan toe, ‘en het CDA wil van de OV-jaarkaart af.’
 
Een ander zei dat studeren ‘helemaal niet meer aantrekkelijk’ zou zijn, als je naderhand een lening moet aflossen en door je hogere salaris bovendien meer belasting moet betalen. Maar dat leek Cohen onwaarschijnlijk. ‘Je gaat ook om andere redenen studeren dan om een goed salaris.’ Bovendien hebben afgestudeerden volgens hem nog altijd een beter inkomen dan anderen, ook als ze een lening moeten terugbetalen.
 
De moeilijkste vraag ging uiteindelijk niet over de basisbeurs, maar over het toptarief van zestig procent voor de hoogste inkomens. Zou Cohen dat toptarief ook invoeren als uit berekeningen zou blijken dat dit slecht uitpakt voor de economie? Kiest hij voor het principe of voor de pragmatiek? Maar dat dilemma ontdook Cohen. Hij wilde die berekening eerst eens zien en verweest naar het Centraal Planbureau, dat morgen de vermoedelijke effecten van de verschillende verkiezingsprogramma’s bekend maakt.