Columns

Gratis pizza en André Hazes

jelle de ru

In een tweewekelijkse column vertelt Journalistiek-student Jelle de Ru over zijn belevenissen in Aarhus. Deze keer: de strijd tegen clichés, gratis(!) pizza en André Hazes. 

Daar zit je dan ineens met 26 verschillende nationaliteiten in de schoolbanken. Met studenten uit Amerika, Australië, Bolivia, Duitsland, Japan, Roemenië, Nieuw-Zeeland en natuurlijk Nederland. Allemaal zijn we voor een semester in Aarhus, Denemarken. Een wereldreis maken was nog nooit zo goedkoop. Wat natuurlijk een typisch Nederlandse gedachte is. Maar wat wil je in een land waar alles zo’n 10 procent duurder is (voor Mexicanen zelfs 67 procent!)? Ik snak naar goedkoop en gratis.

Tegelijkertijd probeer ik alle clichés over Nederland te ontkennen. Ik doe extra gul met geld. Ik leg aan iedereen uit dat dagelijks wiet roken ook in ons land niet normaal is, dat ik geen klompen thuis heb en dat ik niet wekelijks strak van de XTC naar een hardstyle-festival ga.

Ook anderen proberen de stereotypes over hun cultuur te ontkrachten. Dat lukt de eerste dagen aardig. Tot de pizzaparty… In de eerste lesweek organiseert mijn school deze avond, waarop elk land bij een gratis pizza per persoon (gratis!) iets kenmerkends mag vertellen over zijn of haar land.

De vier vriendelijke, beschaafde Australische studenten veranderen ineens in de Australische cast van Geordie Shore seizoen 17, in compleet onverstaanbaar slang. Een Italiaanse klasgenoot draagt Bella Chou voor en laat menig vrouwelijk studentenhart smelten. Verder is hij als enige niet te spreken over de pizza. Met iemand uit het land der goede smaak ga ik hierover maar niet mee in discussie.

De Duitse studenten hebben natuurlijk de best georganiseerde presentatie. Zonder haperingen, duidelijk en, gek genoeg, ook best grappig. Duitsers met humor, ze bestaan!

De Amerikaanse studenten grappen vooral dat ze het land zijn ontvlucht wegens Trump, maar dat Amerika nog steeds geweldig is.

Maar de Françaises spannen de kroon. Ze komen oprecht met de intentie om de clichés van hun land te ontkrachten, maar dat gaat niet helemaal zoals gepland: ‘Iedereen denkt altijd dat wij over straat lopen met een stokbrood onder ons arm, dat doen wij alleen op zondag. We dragen echt niet alleen Bretonse streepjes, die heb ik alleen nu per ongeluk aan. Iedereen zegt altijd dat wij slakken en kikkers eten, maar slakken zijn gewoon lekker. Echt niet alle Franzen dragen een baret, alleen de creatievelingen.’

Ook ik moet met mijn mede HU-genoten naar voren komen. We doen petje-op-petje-af en introduceren luidkeels Nederlandse levensliederen aan de volle zaal internationale studenten. Het feest is pas echt compleet wanneer iedereen opstaat om in een rij achter elkaar aan door de zaal te lopen, luidkeels mee blèrend met onze muziek.

Daarna, in de kroeg, zijn alle clichés weer vergeten en leren we elkaar echt beter kennen in het nachtleven van Aarhus. Zo zie je maar weer, het is toch echt het makkelijkst vrienden maken als je eerder op de avond met zijn allen André Hazes uit volle borst uitdraagt in een polonaise.