Columns

Handgebaar

Er is op school veel aandacht voor taal, al neemt men sneller foute taal over van een idool (Johan Cruijff bijvoorbeeld) dan de juiste taal van een docent. Maar aan non-verbale taal wordt relatief veel minder aandacht besteed; wel in een vak als Culturele Verschillen in de minor reclame. Dan hoor je dat je niet met een vinger naar iemand mag wijzen in China, of dat ’t in Thailand ongepast is om de onderkant van je voet te laten zien.

Een baby communiceert al veel non-verbaal. Gebaartjes, mimiek en aanraking van de ouders is essentieel. Als peuter wil je zo verder communiceren, maar dan blijkt dat gesproken taal de overhand krijgt. Als mama echter roept: “Kom we gaan” en dan met de buurvrouw blijft praten, ziet de peuter geen noodzaak om mee te gaan. Wel als mama echt weg begint te lopen.

Gebaren horen ook bij volwassenen. Toen Clairy Polak nog op de TV te zien was, schoof ze constant de hoekjes van de voor haar liggende A4 velletjes met duim en middelvinger bij elkaar. Andries Knevel zal gek opkijken als iemand ineens iets in zijn hand legt, die hij altijd uitreikt naar de aangesprokene als om er iets op te leggen. Dat lijkt me onhandige non-verbale communicatie.