De bangalijst-makers zijn aangehouden. Volgens de cvb-voorzitter is het niet mogelijk om ze van school te sturen. HU-docent Marion Uitslag pleit ervoor om sowieso niet alleen de weg van het straffen in te slaan. ‘Wat je werkelijk wil, is dat ze begrijpen wat ze aanrichten.’
De vrouwen op de bangalijst van het USC hebben het zwaar. Volgens hun advocaat, Ina Brouwer, krijgen ze allemaal dertig, veertig telefoontjes per dag van wildvreemde mannen. ‘En daar blijft het niet bij, vertelde ze aan NRC. ‘Paniekaanvallen. Huilbuien. Sommige studentes schrijven zich uit bij de universiteit. Ze willen niet meer studeren, weg uit Utrecht.’
De ‘bangalijst’
De lijst lekte donderdag 7 maart uit en kwam van leden van het Utrechtsch Studenten Corps (USC). Op de powerpoint-presentatie staat op elke dia een vrouw van het Utrechtse vrouwencorps, UVSV. De naam, ‘Grietenpresentatie jaartje 23’, impliceert dat het gaat om studenten die afgelopen september lid zijn geworden. Het gaat om ongeveer dertig vrouwen. Ze staan erop met naam, (bikini)foto’s en studentenhuis. Soms wordt hun relatiestatus vermeld, met opmerkingen als ‘Vriend zit in Roffa, heeft niks door.’ Elke vrouw krijgt ook een korte recensie, zoals ‘Gewoon geil’ of ‘KK ordinair, wel lekker geil’. Zij die niet in de smaak vallen, krijgen het predicaat ‘draak’. Ook met een eigen dia, naam, foto’s, en recensie ( ‘Pffffff erg dik’).
Drie weken na deze lijst verscheen een tweede lijst. Het is niet duidelijk van wie deze afkomstig is.
De eerste keer in het strafrecht
Het is niet de eerste keer in de geschiedenis dat studenten zich schuldig maken aan het verspreiden van een bangalijst. In 2016 en 2021 werden leden door hun Groningse studentenvereniging Vindicat ervoor geschorst. Dit jaar is wel het eerste waarin het Openbaar Ministerie de betrokkenen strafrechtelijk wil vervolgen. De politie hield vrijdag twee twintigjarige mannen aan. Ze worden verdacht van belediging, smaad en laster. Ook liggen er aangiftes van doxing.
Het was ook voor het eerst dat de ouders van de slachtoffers aangifte deden. Volgens de advocaat deden de dochters dat zelf niet, uit vrees voor represailles. De ouders zagen het leed van hun kinderen en namen het voortouw. Daarna deden een paar van hun dochters toch ook aangifte. Vijftien aangiften in totaal.
Marion Uitslag is docent aan de HU en doet onderzoek naar mediation binnen het strafrecht. Ze werkte jarenlang bij het Pieter Baan Centrum (Psychiatrische Observatiekliniek van Gevangeniswezen) en met jonge criminelen. Ze begrijpt dat ouders en slachtoffers de strafrechtelijke weg kiezen. ‘Zij moeten het pad volgen dat hen het beste lijkt, dus als het strafrechtelijke hen het meest effectief lijkt, is dat een goede keuze. Een nadeel kan zijn dat je de regie uit handen geeft. Datzelfde kan gebeuren als de media regeert.’
Praat met elkaar
De media buitelen over elkaar heen met de laatste berichten. En dat doet zo’n zaak volgens Uitslag geen goed. ‘Een mediacircus is nooit gunstig voor het herstel. Het belangrijkste is dat de cultuur verandert. En dat hersteld kan worden wat kapot is gegaan. Zowel bij die meiden die op de lijst zijn gezet, als bij de jongens die het nodig vonden om zo’n lijst te maken.’
Een van de beste manieren om dat herstel te bereiken is volgens Uitslag een ontmoeting tussen de twee partijen. Onder begeleiding, welteverstaan. ‘Dat zijn geen gezellige gesprekken, kan ik je vertellen. Maar het belangrijkste is dat het slachtoffer de kans krijgt om de ander te vertellen wat het werkelijk heeft betekend. En dat de verdachte dit kan horen en zich kan realiseren waarvoor hij verantwoordelijk is. Dit leidt tot het besef, zodat hij haar in de ogen kan kijken en kan zeggen: “Ik had dat niet moeten doen. Het spijt me.” Die weg kan overigens ook naast de strafrechtelijke weg gevolgd worden.’
Iedereen verantwoordelijk
Het corps bood zijn excuses aan, schorste meerdere leden voor onbepaalde tijd en belooft een cultuurverandering. Ook Hogeschool Utrecht en de universiteit reageerden, door de financiering van de vereniging voor dit kalenderjaar stop te zetten en de leden uit te sluiten van deelname aan officiële gelegenheden. Niet iedereen vond dat voldoende. Student Ilse Meijer schreef in een brief aan de Volkskrant dat de jongens van school gestuurd moesten worden.
Ilse kreeg in dezelfde krant een antwoord. Waarom de HU en de UU de twee studenten niet van school stuurden? Omdat ze simpelweg de wettelijke bevoegdheid niet hebben, reageerden bestuursvoorzitter van de HU, Wilma Scholte op Reimer en Henk Kummeling, rector magnificus van de UU in hun brief. Het aanpakken van strafbaar gedrag buiten de studiecontext is in onze samenleving nu eenmaal een bevoegdheid van politie en justitie.
Uitslag: ‘Ik kan me voorstellen dat ze dit wilden schrijven. En die studente heeft ook recht van spreken. Maar de vraag is wie er buiten de betrokkenen nog meer verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Je kunt naar allerlei instanties en personen kijken. De ouders, de vriendenclub, de studentenvereniging, de hogeschool, universiteit of de stad Utrecht. Maar uiteindelijk gaat het om deze jongens, die dit hebben gedaan. En de meiden, die het is aangedaan.’
Hard straffen, het kan
‘Wij delen de afschuw van Ilse Meijer overigens volledig’, benadrukten Scholte op Reimer en Kummeling. Maar daar bleef het niet bij. Ze bedachten een ‘stevig pakket aan sancties’ en ‘dwingende maatregelen’ om te komen tot concrete cultuurverandering. ‘Dat doen we omdat we ze wel degelijk een lesje willen leren, in die zin dat een straf ook de bedoeling kan hebben om er iets van op te steken.’
De advocate van de slachtoffers zoekt het in een andere richting en pleit voor verklaringen van het bedrijfsleven en de top van de overheid. ‘Dat is de plek waar veel van deze mannen terechtkomen. Zij zouden moeten stellen: mensen die zo met vrouwen omgaan, nemen wij niet aan. Want wie wil nou als topvrouw worden aangenomen naast een topman die dit normaal vindt?’
Uitslag: ‘Zo’n verklaring, dat kan. Maar wat bereik je daarmee? Wat je werkelijk wil is dat de jongens die dit soort vrouwonvriendelijk gedrag vertonen, begrijpen wat ze aanrichten. Dat ze beseffen hoe het voor de vrouwen is en wat hun rol daarin is geweest. Pas dan zal het tot ze doordringen en zullen ze het hopelijk uit hun hoofd laten om ooit nog zulk gedrag te vertonen.’