Nieuws

Hbo mag trots zijn, zeggen hbo-bestuurders

De eerste toespraken bij de opening van het hogeschooljaar gingen over de storm van kritiek op het hbo, die een jaar geleden losbarstte. Bestuurders noemden die goeddeels onterecht, maar zeiden ook dat het onderwijsniveau omhoog moet.

‘Het vertrouwen in het hbo heeft een deuk opgelopen’, zei voorzitter Marcel Wintels van Fontys Hogescholen. ‘Feiten en beeldvorming liepen daarbij door elkaar. Soms leek het in de media bijna alsof er niets zou deugen in het hbo.’

Die lijn koos ook zijn collega Geri Bonhof bij de opening van het collegejaar aan de Hogeschool Utrecht. ‘Wat is er nu echt aan de hand? Is de mediawerkelijkheid ook de werkelijkheid binnen het hbo?’

Ook Ron Bormans van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen betreurde de negatieve beeldvorming in de media. ‘Vertrouwen in het hbo-diploma is de kurk waar alles op drijft’, zei de voorzitter. Hij wil weliswaar de hand in eigen boezem steken (‘Het niveau moet omhoog, er zijn slimmere studenten nodig’), maar wijst er graag op dat de HAN – in vergelijking met de rest van het hbo – goed bezig is.

Fontys en de HAN konden met betere statistieken schermen dan de Hogeschool Utrecht, maar ze sloegen alle drie een vergelijkbare toon aan. Ze wezen op het belang van het hbo en belichtten de prestaties die al geleverd worden. Tegelijkertijd benadrukten ze dat de lat omhoog moet.

Fontys-voorzitter Wintels haalde opvallend hard uit naar de HBO-raad. Sommigen vinden de HBO-raad een conservatieve lobbyclub van de hogescholen, zei hij, en anderen zien haar juist als een verlengstuk van het ministerie van OCW. ‘Allebei is een beetje waar.’ Hij zou graag een ‘bescheidener’ HBO-raad zien.