Hbo-opleidingen presteren steeds beter in de onderwijskeuringen van accreditatieorganisatie NVAO. Maar de universiteiten doen het minder goed: hun opleidingen krijgen vaker een gele kaart.
In het hbo is 'duidelijk een opgaande lijn te zien', meent NVAO-voorzitter Anne Flierman. Twee keer zo vaak waren de opleidingen in 2015 ronduit ‘goed’ in plaats van slechts ‘voldoende’ en er vielen nog maar vijf onvoldoendes, tegen vijftien het jaar ervoor.
Maar bij de universiteiten is er volgens de NVAO nog werk aan de winkel. Vooral bij de lerarenopleidingen en de onderzoeksmasters vielen in 2015 flink wat onvoldoendes. Het waren er in totaal 24. Dat is elf procent van alle gekeurde opleidingen.
Zwakke plekken
Onder deze 24 afgekeurde opleidingen zaten overigens zestien lerarenopleidingen van de Vrije Universiteit. De NVAO telt al die opleidingen apart mee, maar zou je ze als één afkeuring tellen, dan ziet het er zonniger uit en is nog geen vijf procent van de wo-opleidingen ondermaats.
Sinds 2011 geeft de NVAO opleidingen één tot twee jaar de tijd om zich te verbeteren. Voorheen moesten ze meteen sluiten als ze niet door de keuring kwamen. Dat was zo’n zware straf dat het bijna nooit gebeurde. Daardoor bleven de zwakke plekken in het onderwijs onder de radar.
Aan het hbo toegekende herstelperiodes in 2015:
- Avans Hogeschool: Master of ICT and Business Innovation
- De Haagse Hogeschool: Master of Business Administration
- Hanzehogeschool Groningen: Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
- NHL Hogeschool: Technische Bedrijfskunde
- Stichting Hoger Onderwijs Da Vinci: Toegepaste Psychologie
