Columns

‘Hebben die studenten daar géld voor?’

Marijke Kolk is docent bij de opleiding Journalistiek. Iedere veertien dagen schrijft ze een column voor Trajectum. Deze keer: over te weinig verdienen, en studenten die te veel uitgeven: ‘Hebben jullie daar géld voor?’

Elk jaar nodig ik tijdens mijn laatste les ‘Creatief Schrijven’ een gast uit. Dit keer was dat journalist en columnist van Volkskrant Magazine Eva Hoeke. De studenten had ik gevraagd van tevoren te bedenken wat ze haar wilden vragen. Maar onvermoed werd geld hét thema van de middag.

Dat kwam zo: Eva verwonderde zich bij binnenkomst nogal over de luxe horecazaakjes in ons gebouw (Heidelberglaan 15). ‘Hebben die studenten daar géld voor?’ vroeg ze mij. Ik trok een wenkbrauw op: ‘Ik denk ‘t’. ‘Hebben jullie daar géld voor?’ vroeg ze vijf minuten later aan de klas. Er kwam niet veel respons. Ze vroeg om vingers; wie kocht er weleens zo’n luxe broodje? Zeker twintig vingers staken de lucht in (de klas telt dertig studenten). Ze hadden het geld eigenlijk niet, maar deden het toch.

Even later ging het gesprek niet meer over geld uitgeven, maar over geld verdienen. Als freelancejournalist welteverstaan, want dat zouden de meeste studenten later worden. Dat je niet rijk ging worden, dat was belangrijk om je te realiseren. ‘Wat denken jullie dat ik voor een column krijg?’ vroeg Eva.
Ikzelf had wel een idee, maar zweeg. De Volkskrant is onderdeel van de Persgroep, net als de krant waar ik ooit een column voor schreef en journalisten rijkelijk belonen is niet een van de Persgroeps USP’s. ‘1200 euro’, riep een student. Eva en ik keken elkaar aan. Was ‘t maar zo’n feest. Bij een derde van dat bedrag hield het wel op.

We zagen wat gezichtjes betrekken.

Ik vermoed dat Eva en ik hetzelfde dachten. We konden het nu gaan hebben over #tegendebakker, de hashtag die een journalist een tijd terug begon om de bizarre voorwaarden van opdrachtgevers aan de kaak te stellen. Hierbij stond brood voor een journalistieke productie. Ik heb geen budget, maar als je goed brood levert, komt daar misschien later wel meer uit of: Ik geef je niet veel geld voor je broodje, maar hé, deze opdracht is wel heel goed voor je naam als bakker.

Afijn, dat soort teksten. Ik kon vertellen over het tijdschrift Zin, dat van de een op de andere dag de tarieven voor freelancers halveerde of over de vraag van een ex-collega, of ik voor een online platform voor vrouwen van middelbare leeftijd stukjes wilde aanleveren: ‘Je krijgt veertig euro per stukje, maar je mag er wel heel veel schrijven.’ Eva had vast ook talloze voorbeelden.

In plaats daarvan zwegen we. ‘Maar het is wel een geweldig mooi vak hoor!’ probeerde Eva nog.

Beneden wilde ik bijna een luxe broodje voor haar kopen. Maar ik deed het toch maar niet. Het duurde nog een lange week voordat mijn salaris kwam.