Marilène Vis (20) studeert Journalistiek aan de HU.
Als het WK-voetbal is begonnen, zijn er altijd van die mafkezen die iedere minuut van een wedstrijd willen zien, iedere seconde uit hun hoofd kennen en als hun voorkeursteam verliest, een aantal dagen niet te genieten zijn. Diezelfde obsessie heb ik op dit moment voor de verkiezingen. Ik wil op de hoogte zijn van iedere aanvaring, iedere peiling en iedere lachwekkende uitspraak.
Helaas zijn veel van mijn leeftijdsgenoten minder enthousiast. Ze weten niet op wie ze gaan stemmen, wat momenteel de belangrijkste thema’s zijn en welke partijen het hoogst in de peilingen staan. Laatst sprak ik een medestudent die geen idee had van wie Frans Timmermans is, laat staan van het feit dat GroenLinks en PvdA een gezamenlijk verkiezingsprogramma hebben. Mijn klomp breekt, als ik zoiets hoor.
Misschien vinden ze het te stoffig in Den Haag, of denken ze dat het niet over hen gaat. Dat is onzin, politiek gaat over ons allemaal. Maar ik begrijp wel dat mensen het misschien ervaren als een ver-van-mijn-bed-show. De taal kan ingewikkeld zijn en soms ontbreekt de inhoud. En als die inhoud er dan wel is, is het soms te veel om allemaal bij te houden.
Mijn goede vriend Vincent kwam laatst met een geniaal idee, dat ik ter ere van deze column maar eventjes steel: de dag dat we stemmen moet een officiële feestdag worden. En ik hoor je denken: nóg een feestdag? We hebben al Nationale Frikandellendag (ik meen het, op 4 februari).
Maar hear me out: op Nationale Stemdag krijgt iedereen vrij om in alle rust het rode potloodje op te pakken en te stemmen. Dan krijgen we allemaal een mooie sticker – net zoals in Amerika – en gaan we de kroeg in. Niet om te discussiëren over waarom Dilan Yeşilgöz altijd om haar eigen grappen lacht en of Pieter Omtzigt weer een burn-out gaat krijgen, maar gewoon om te vieren dat we met zijn allen gebruik hebben gemaakt van een groot goed: ons stemrecht.