Achtergrond

Hoe het onderwijs verandert: de docent als coach

Foto: Kees Rutten

Al enkele jaren werken opleidingen binnen de Hogeschool Utrecht met zogeheten leerteams. Het idee in het kort: studenten kunnen alvast oefenen in de beroepspraktijk en kijken gedurende deze stages of projecten tijdens uitgebreide reflectiemomenten kritisch naar hun eigen rol in het leerproces. De rol van de docent verschuift daarmee meer in de richting van coach. Werkt dat nou eigenlijk?

Binnen de hogeschool werken meerdere opleidingen – van CMD tot ICT – met leerteams en iedereen geeft er zo zijn eigen invulling aan. ‘Wij zijn het laatste jaar enorm aan het innoveren op het gebied van didactiek en gaan dat het komende collegejaar nog veel sterker aanzetten’, vertelt ICT-docent Arno Kamphuis.

De opleiding startte vorig jaar met de specialisatie Open Innovation. Derde- en vierdejaarsstudenten volgen geen lessen meer en hebben geen tentamens, maar bouwen aan de hand van opdrachten van bedrijven een portfolio uit. De docenten fungeren als coach. 

‘Ken je dat gele boekje dat je krijgt voor vaccinaties naar het buitenland? Iedere keer ben je dat weer kwijt als je naar de GGD moet. Mijn studenten hebben nu de opdracht gekregen om het te digitaliseren’, vertelt Kamphuis. ‘Het is heel interessant hoe ze dat aanpakken, want er zijn veel partijen bij betrokken. Je hebt de maker van het vaccin, degene die het geeft en de patiënt. Een andere opdracht komt van de Nederlandse Spoorwegen, die een app wilden waarmee ze schade aan treinstellen makkelijker in een database konden aangeven.’

Het vinden van een opdrachtgever, het ontwerpen van kennis- en beroepsproducten en het uitbouwen van een portfolio: het zijn allemaal kwaliteiten die de studenten tijdens Open Innovation ontwikkelen. Kamphuis: ‘En ondertussen bespreken we tijdens de leerteams hoe het gaat. Als docent ben je continu feedback aan het geven. Daarbij moet je uitkijken dat je de studenten niet vertelt wat ze moeten doen, dát moeten ze nu juist zelf uitvinden. Dus je stelt continu vragen: “Wat wil je bereiken? Hoe gaat dit project je daarbij helpen? Waar liggen de valkuilen?” Aan de ene kant zit er een opdrachtgever uit de beroepspraktijk, aan de andere kant begeleiden wij hen in het proces tussen leren en de praktijk.’


‘Als docent en leerteamcoach stel je continu vragen: “Wat wil je bereiken? Hoe gaat dit project je daarbij helpen? Waar liggen de valkuilen?” Aan de ene kant zit er een opdrachtgever uit de beroepspraktijk, aan de andere kant begeleiden wij hen in het proces tussen leren en de praktijk.’
Foto: Kees Rutten


Hoe ontwikkel ik mezelf nou op mijn eigen vakgebied? Hoe ga ik om met die commerciële types van economie of directe journalistiekstudenten? Écht reflecteren, in plaats van een beetje aan de oppervlakte blijven.

Samenwerkingen tussen opleidingen

Bij het semesterprogramma Creatieve Industrie doen ze het anders. Derde- en vierdejaarsstudenten worden in dit programma opgeleid om aan de slag te kunnen in de creatieve sector. Studenten van de opleiding CMD zetten een bedrijf op, in samenwerking met studenten van andere opleidingen, zoals journalistiek, ICT en economie. ‘Iedere maandag hebben we drie uur lang leerteams, alleen met de studenten van de eigen opleiding. Daar bespreken we dingen als: “Hoe ontwikkel ik mezelf nou op mijn eigen vakgebied? Hoe ga ik om met die commerciële types van economie of directe journalistiekstudenten? Écht reflecteren, in plaats van een beetje aan de oppervlakte blijven’, vertelt CMD-docent Arno Wilkens.

Valkuilen

Dat iedere opleiding zelf invulling geeft aan de leerteams pakt vaak positief uit. Docenten kijken naar wat ze hun studenten willen bijbrengen en hoe ze dat op de best mogelijke manier kunnen doen. Tegelijkertijd is die eigen invulling soms de valkuil van het nieuwe leren. Wilkens: ‘Het leerteamleren staat in de HU-visie. Dat is heel fijn, maar tegelijkertijd schuilt daarin het gevaar dat docenten zeggen: “We doen iets met leerteams omdat het moet, en zetten er een soort uitgebreide SLB’er op. Maar dat zijn geen echte leerteams. Een leerteam is een plek waar studenten áltijd samen zijn, om echt te leren. Reflecteren, in een veilige omgeving waar het niét gaat over welk boek je moet lezen. Het gaat om de diepe, naar binnen gerichte vragen. Waarom je bent wie je bent en hoe je leert.’

Corleen Knieriem herkent deze signalen. Ze is dagelijks op verschillende manieren betrokken bij het leerteamleren binnen de HU: als coördinator en docentopleider bij het Expertisecentrum docent HBO, leerteambegeleider en medewerker bij het Advies en Support Onderwijsinnovatie en Leerteamleren. ‘Ik geloof heel erg in het concept van de leerteams: door langere tijd samen te leren, kun je elkaars blinde vlekken herkennen en elkaar verder helpen. Niet alleen didactisch, maar ook pedagogisch, waarbij het gaat om de menselijke relatie en interactie. In het ideale plaatje zijn de leerteams zelfsturend en interdisciplinair, en is de docent er enkel nog bij betrokken als coach.’

Vakdocent

Maar, ziet ook Knieriem, de leerteams zijn nog in ontwikkeling. Niet iedere docent kán of wil immers als coach werken. ‘Dat is ook niet erg, de expertise van de vakdocent die de theorie op een goede manier overbrengt, moet zeker niet onderschat worden. Maar als de HU zich écht wil profileren met leerteams, hebben twee zaken meer aandacht nodig: er zou dan meer onderzoek moeten komen naar het leerteamleren en er zouden andere afspraken gemaakt moeten worden op beleidsniveau. Zodat huidige docenten zich kunnen bijscholen tot coach en er in de toekomst een ander soort docent wordt aangenomen. De HU kan er ook voor kiezen de invulling van leerteams tóch bij de opleidingen zelf te houden, wat dus zowel voor- als nadelen kent. Hoe dan ook zal deze manier van leren de komende jaren behoorlijk in ontwikkeling blijven.’

Hoe de toekomst van het leerteamleren er uitziet is dan ook nog allesbehalve zeker. Duidelijk is wel dat alles valt of staat bij drijvende krachten: de docent en – niet te vergeten – de student, die in deze nieuwe vorm van leren zijn eigen leerproces bepaalt. Knieriem: ‘De maatschappij vraagt immers in toenemende mate om professionals die in teamverband samenwerkend leren.’