Hoogbegaafdheid, cultuurverschillen en leerachterstanden in de klas: van beginnende leraren wordt nogal wat verwacht. Zij moeten daarvoor beter worden opgeleid, vinden afgestudeerden van de eerstegraads lerarenopleiding in het hbo.
Door Irene Schoenmacker (HOP)
Differentiatie blijft een heikel punt in het onderwijs. Minister Bussemaker wil dat hier meer aandacht voor komt, maar uit een recent rapport van de Onderwijsinspectie blijkt dat er nog veel verbetering mogelijk is.
De inspectie stuurde een vragenlijst naar 209 leraren die in de afgelopen drie jaar hun eerstegraads bevoegdheid in het hbo hebben behaald. Meer dan veertig procent geeft aan niet goed geleerd te hebben hoe ze moeten omgaan met leerlingen die een leerachterstand hebben. Maar ook met bollebozen: hoe zorg je dat zij uitgedaagd blijven? Daarnaast willen de leraren meer ondersteuning in de omgang met culturele verschillen in de klas. Bijna de helft van de ondervraagden (48 procent) vindt dat de opleiding daarin tekortschiet.
Tussen wal en schip
De opleidingen zeggen dat deze onderwerpen bewust niet worden aangeboden, omdat zij al in de vooropleidingen, namelijk de tweedegraads opleidingen, aan bod komen. Dat klopt grotendeels, zegt de inspectie, maar toch zijn er veel zaken die tussen wal en schip vallen.
Ondanks deze kritiek zouden acht op de tien afgestudeerden de opleiding aan anderen aanraden. Evenveel afgestudeerden voelen zich voldoende voorbereid op het lesgeven in de bovenbouw van havo of vwo.
Scholingsmogelijkheden
De inspectie pleit er voor om ook in te zetten op scholingsmogelijkheden ná het afronden van de opleiding. Daarvoor zijn landelijke afspraken tussen onderwijsinstellingen wenselijk, onder leiding van minister Bussemaker.
De minister lijkt het rapport voor kennisgeving aan te nemen. Ze gaat om de tafel met onderwijsbestuurders en zal de Kamer dit najaar laten weten welke afspraken er zijn gemaakt.
