Nieuws

Hoger Onderwijsdebat: geld, stress en partijpolitieke fittie

Foto: Kees Rutten

Flexibel studeren, geld en het bindend studieadvies (BSA) : het zijn de belangrijkste onderwerpen op Het Nationaal Hoger Onderwijsdebat. Acht dagen voor de verkiezingen verdedigen zeven Kamerleden hun gemaakte keuzes en hun toekomstplannen. 

Ruim vijfhonderd studenten, docenten en Kamerleden zitten in het Auditorium van de Haagse Hogeschool. De acht grootste partijen zijn ervoor uitgenodigd, zeven van hen zijn ook gekomen. De PVV is niet ingegaan op de uitnodiging, vertelt moderator Karim Amghar in het begin.

De partijen D66, PvdA/GroenLinks, BBB, NSC, PvdD, CDA en de VVD debatteren over vier stellingen die door de studentenverenigingen en vakbonden LSVb, VH, ISO en UNL worden voorgedragen. Het publiek heeft een groen en rood kaartje om mee te kunnen doen aan het gesprek. 

Het debat gaat er af en toe fel aan toe. ‘Ik heb het idee dat we te maken hebben met een partijpolitieke fittie’, merkt Florian Huiskamp (BBB) op (fittie is ruzie/rel in straattaal). De Kamerleden proberen ieder op hun eigen manier de jongeren in het publiek te raken. Zo benadrukt Harmen Krul (CDA) meerdere malen dat studenten moeten stemmen en dat het niet uitmaakt op welke partij.

Geld: ‘Het leenstelsel is gewoon fout’

De aftrap van het debat is de stelling: De financiële positie van studenten moet verbeterd worden

NSC zegt het volmondig eens te zijn, zonder verdere uitleg. 

Frank Wassenberg van de PvdD benadrukt dat de pech-generatie niet zomaar is ontstaan, maar dat het kabinet hier verantwoordelijk voor is. ‘Kom niet met een mager bedrag van 1400, maar compenseer deze generatie ruimhartig met een bedrag van boven de 10.000 euro.’

Bente Becker van de VVD vindt dit niet haalbaar. De politiek moet ook eerlijk en realistisch zijn, zegt ze. ‘Het liefst wil ik ook dat studeren gratis is, maar we moeten kiezen in schaarste.’ De VVD vindt de compensatie en de termijn van 35 jaar waarin studenten hun studieschuld mogen afbetalen, “netjes”. Becker is het ermee eens dat je als leenstelsel-student misschien pech hebt, maar benadrukt dat dat ook kan gelden voor andere keuzes in de politiek. Ze vindt bovendien dat studenten deze periode als investering moeten zien in hun toekomst. 

Het debat wordt fel nadat Harmen Krul van het CDA met de vinger wijst naar GroenLinks en D66, die destijds mee hebben gestemd voor het leenstelsel. Lisa Westerveld van GroenLinks-PvdA zegt dat ze dat niet had moeten doen en roept vervolgens het CDA op het matje. ‘Het CDA heeft zelf de aanvullende beurs willen korten, het OV willen korten én heeft ook gekort op het hoger onderwijs’, zegt Westerveld. Ze benadrukt dat het leenstelsel gewoon fout is omdat de studenten geen homogene groep is.

Flexibel studeren en Levenslang Onderwijs (LLO)

Stelling: Een flexibel leerrechtensysteem is essentieel om LLO echt van de grond te krijgen 

Krul (CDA) zegt het hier volmondig mee eens te zijn. Hij vindt dat het heel mooi zou zijn als onderwijs ook op latere leeftijd de publieke taak wordt van de overheid, in plaats van particuliere instellingen.

Florian Huiskamp van de BBB vraagt zich af hoe hij het hier niet mee eens kan zijn. En dat de Nederlandse aanpak uniek is op de wereld. Hij ziet wel de hoeveelheid studies als een probleem. ‘Er zijn ruim tweeduizend studies. Ik kan me voorstellen dat scholieren stress ervaren bij het kiezen. Het zou dus mogelijk moeten zijn om op je eigen tempo te studeren en niet per se te moeten beginnen na de middelbare school.’ 

Ook Wassenberg (PdvD) zegt dat een flexibel leerrechtstelsel eerder moet worden ingebouwd in het onderwijs. Dat het mogelijk moet zijn voor studenten om vanaf je achttiende deze keuze te kunnen maken en niet pas na je studie.

Becker (VVD) zegt dat ook de arbeidsmarkt hier een rol in moet spelen. De VVD wil niet het risico lopen dat studenten iets kiezen waar ze uiteindelijk niets mee doen en dus niet bijdragen aan de samenleving.

Bindend studieadvies 

Stelling: We moeten afscheid nemen van het bindend karakter van het BSA

Wassenberg (PvdD) verwijst naar een onderzoek van het Trimbos instituut, die zegt dat studenten stress ervaren door de druk van het BSA. ‘Dat BSA hangt als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Het vergroot ook nog eens ongelijkheid in het onderwijs.’ Het enige voordeel is volgens hem de efficiënte selectie, maar de nadelen wegen volgens de PvdD zwaarder dan de voordelen. ‘Van het BSA moeten we af’, zegt Wassenberg. 

Volgens de VVD is het BSA geen pestmaatregel die niets oplevert. Het is een nuttig instrument dat studenten en het onderwijs verder helpt. Becker vindt het krom dat de politiek vanuit Den Haag gaat bepalen wat de maximale BSA is voor opleidingen. Dat moeten onderwijsinstellingen zelf bepalen, zegt ze. 
Daarnaast: de VVD-plannen om 1,3 miljard op het onderwijs te bezuinigen noemt Decker liever anders. Het zijn volgens haar keuzes in de financiering en keuzes in schaarste.

GroenLinks/PvdA legt uit dat het BSA ooit is ingevoerd om als selecterend en wijzend karakter te dienen. Maar volgens haar is de student zelf de enige die kan bepalen of een studie wel of niet bij die persoon past. ‘Het BSA werkt nu anders sinds het hbo en de universiteiten uit hun voegen barsten. Het dringt het aantal studenten terug.’

Het CDA zegt hiermee te worstelen en geeft niet meer uitleg. 

Er is te weinig tijd om dieper in te gaan op de stellingen en de vragen uit het publiek. Het debat loopt ruim een kwartier uit en sommige politici moeten verder naar hun volgende afspraak. Het eindigt met een borrel waar studenten de overblijvende politici nog kunnen spreken.