De veertien grootste hbo-instellingen betaalden vorig jaar tezamen zo’n 30 miljoen euro aan kosten voor energie en water. De hoogste kosten zijn voor de Hogeschool van Amsterdam (3,6 miljoen euro) en Fontys (3,8 miljoen). Hogeschool Utrecht is een middenmoter in dit rijtje met 2 miljoen euro. De uitgaves bij universiteiten liggen een stuk hoger. Koploper is buurman Universiteit Utrecht dat meer dan 16 miljoen euro betaalde in 2021. Dat meldt het Hoger Onderwijs Persbureau op basis van de jaarverslagen van hogescholen en universiteiten.
De forse stijging van de gasprijzen betekent hoe dan ook een fikse financiële aderlating voor het hoger onderwijs. Maar de continuïteit van de instellingen komt niet in gevaar, meent het ministerie van onderwijs. Bovendien zorgen de jaarlijkse loon- en prijsbijstellingen plus de verlaagde energiebelasting ervoor dat ze de prijsstijgingen gedeeltelijk kunnen dekken. Maar bezuinigen op energie blijft hard nodig.
