Het moet maar eens afgelopen zijn met clubs die zich zomaar ‘hogeschool’ of ‘universiteit’ noemen. 'Dit soort organisaties maakt misbruik van de goede naam van het Nederlandse hoger onderwijs', vindt minister Bussemaker van Onderwijs.
Minister Bussemaker noemt als voorbeeld de Al Huraa-universiteit, die ze in 2013 opnieuw een veeg uit de pan gaf omdat de organisatie stug doorging met het uitreiken van bachelor- en masterdiploma’s voor niet-erkende opleidingen. Ook instellingen als het ‘Dutch University College’ en ‘De Hogeschool Geesteswetenschappen’ zullen hun naam moeten aanpassen als het wetsvoorstel van de minister wordt aangenomen.
Met het wetsvoorstel dat nu ter consultatie online is gezet maakt de minister naar eigen zeggen 'een einde aan de jarenlange praktijk dat onderwijsorganisaties zich ongestraft konden voordoen als een erkende instelling'.
Wie zich universiteit mag noemen ligt voortaan vast in de wet. Dat zijn alle door de overheid bekostigde instellingen plus Nyenrode Universiteit, TiasNimbas Business School en de Transnationale Universiteit Limburg. Voor hogescholen geldt alleen dat ze door onderwijskeurmeester NVAO goedgekeurde opleidingen in huis moeten hebben.
De discussie over de bescherming van de namen universiteit en hogeschool startte vijf jaar geleden. De Tweede Kamer vreesde toen dat Nederland een vrijplaats zou worden voor diploma mills: bedrijfjes die nepdiploma’s verkopen. Toenmalig staatssecretaris Marja van Bijsterveldt vond het een goed idee, net als haar opvolgers.
Begin dit jaar schreef huidig minister Bussemaker dat het wetsvoorstel nog even op zich zou laten wachten, omdat ze het druk had gehad met het wetsvoorstel studievoorschot en omdat ze nog geen oplossing had gevonden voor een aantal haken en ogen. Wat bijvoorbeeld te doen met de Universiteit van Nederland, die colleges over allerhande onderwerpen produceert en online zet? En hoe zit het met een ingeburgerde naam als de Volksuniversiteit?
Daar is een oplossing voor gevonden: het wetsvoorstel maakt uitzonderingen voor instellingen die overduidelijk niet pretenderen een echte universiteit of hogeschool te zijn. De Universiteit van Nederland mag zijn naam dus houden, net als bijvoorbeeld de Kleuteruniversiteit. De Volksuniversiteiten en -hogescholen zijn uitgezonderd omdat hun naam al is ingeburgerd.