Nieuws

Hogeschoolraad kritisch op nieuw toetsbeleid HU

Vergadercentrum HSR. Foto: Rachel Kloek

De Hogeschoolraad (HSR) maakt zich zorgen over het nieuwe toetsbeleid van de HU. Tijdens het overleg met het college van bestuur op 9 april stond vooral één ding ter discussie: de prominente rol van programmatisch toetsen.

‘Te veel richtinggevend’

Het nieuwe toetsbeleid, dat ter instemming bij de raad ligt, moet het oude uit 2017 vervangen. Het moet de basis vormen voor opleidingen om hun toetsbeleid te ontwikkelen. Maar de raad vindt dat het voorstel te sterk stuurt op één specifieke toetsvorm: programmatisch toetsen. ‘Instituten moeten niet het gevoel krijgen dat programmatisch toetsen de enige optie is binnen ontwikkelgericht toetsen.’

‘Waarom krijgt programmatisch toetsen een heel hoofdstuk, en andere toetsvormen nauwelijks aandacht?,’ vroeg HSR-lid Hanneliek Birnie-de Sonnaville woensdagmiddag aan het college. Ze vond het opvallend dat programmatisch toetsen uitgebreid werd toegelicht, terwijl andere vormen slechts kort werden genoemd. Volgens de raad legde dit onterecht de nadruk op één methode en wekte het daarmee de indruk dat het college hierop wilde aansturen.

Wat is programmatisch toetsen?
In plaats van één groot tentamen toont een student zijn ontwikkeling via meerdere feedbackmomenten, vaak verzameld in een portfolio. Elk van die momenten – ‘datapunten’ – telt mee als bewijs. Bij opleidingen zoals Journalistiek, Communicatie, Open ICT en Omgangskunde passen ze deze toetsvorm al toe. Niet zonder discussie, want de aanpak stuit ook daar nogal eens op kritiek

‘Er is totaal geen druk vanuit het cvb’

Collegelid Eva Reuling pareerde de kritiek: ‘We kregen vanuit opleidingen juist vragen om duidelijkheid over programmatisch toetsen. Met dit beleid bieden we definities, zodat ook studenten weten waar ze aan toe zijn.’ Ze benadrukte dat het cvb absoluut geen druk wil uitoefenen.


Met dat antwoord nam HSR-lid Birnie-de Sonnaville geen genoegen. Het was volgens haar te kort door de bocht. ‘Ook diagnostisch toetsen en voortgangstoetsen zijn onderdeel van ontwikkelgericht toetsen. Waarom ligt de nadruk dan alleen op programmatisch toetsen?’ Dat was eenvoudig, verklaarde Reuling. Over programmatisch toetsen waren simpelweg meer vragen binnengekomen.

HSR: die druk is er wel

Over het uitoefenen van druk had Rinne Post nog wel een opmerking. ‘Op de werkvloer ervaren docenten wél druk om met programmatisch toetsen te werken’, merkte de HSR-voorzitter op. En dat leidde in sommige gevallen tot extra werkdruk. ‘Ik sprak met een opleiding waar het is ingevoerd en helemaal niet goed uitpakt. Maar ze zien geen weg terug. Zo gaat het rammelen binnen de organisatie.’

Reuling liet daarop weten die zorgen serieus te nemen en in gesprek te blijven met de directeuren en managers.

Onduidelijkheid

Toch stemde het document, na deze toelichtingen, nog niet tot tevredenheid. ‘Wat er moet en wat mag, loopt nu door elkaar.’ HSR-lid Robert de Bruijn zag niet alleen inhoudelijke, maar ook structurele problemen in het beleid. Het bestaat nu namelijk uit twee delen: een ‘onepager’ (die overigens twee pagina’s telt) met kwaliteitseisen voor de gehele HU en een uitgebreide toelichting, waarin onder andere programmatisch toetsen apart wordt uitgelicht. ‘Is een beleidsstuk überhaupt wel de juiste plek voor een verduidelijkende handreiking over één toetsvorm?’ vroeg hij zich hardop af.

De HSR stemt 23 april over het toetsbeleid. Het is de vraag welke rol programmatisch toetsen zal spelen in het definitieve document.