Nieuws

Hoogleraren kraken eindexamen Nederlands

Het eindexamen Nederlands slaat nergens op, vindt een groep van twintig Neerlandici, waaronder zestien hoogleraren. Het toetst geen taalvaardigheid, maar examenvaardigheid.

Het examen Nederlands is alleen te maken ‘door kritische vaardigheden uit te schakelen’, menen de Neerlandici. Hierover sturen ze vandaag een brief naar de Tweede Kamer. Ook hebben ze een petitie online gezet, die iedereen kan ondertekenen.

Hogescholen en universiteiten klagen soms over de taalbeheersing van studenten, die in het voortgezet onderwijs niet genoeg zouden hebben geleerd. Met name op de pabo is er veel aandacht voor: studenten moeten in het eerste jaar een spellingtoets halen, anders mogen ze niet door naar het tweede jaar. Maar ook enkele universiteiten geven uitgebreide bijspijkercursussen.

Op sommige meerkeuzevragen van het eindexamen zijn verschillende antwoorden goed, stellen de Neerlandici. In de antwoorden op open vragen mogen docenten niet letten op spel- en schrijffouten. ‘Bovendien blijkt de ‘analyse’ die scholieren moeten maken niet gebaseerd op enige wetenschappelijke theorie.’

Volgens het correctievoorschrift worden bij de open vragen inderdaad geen punten afgetrokken voor spelfouten, ‘gelet op de aard van de opgaven’. Voor ‘idiomatische en grammaticale oneffenheden’ geldt hetzelfde, ‘tenzij het antwoord er minder juist of zelfs fout door wordt’. In de samenvatting worden hiervoor wel punten afgetrokken.

Het steekt de hoogleraren ook dat hun eigen werk weinig weerklank vindt op middelbare scholen. Het onderzoek naar taal en tekststructuur staat in Nederland op een internationaal zeer hoog niveau, menen ze. ‘Het is jammer dat hiervan niets doordringt tot het examen.’

Hoogleraar Marc van Oostendorp (Meertens Instituut en Universiteit Leiden) nam het voortouw. Op de weblog van het digitale neerlandistiektijdschrift Neder-L verwerpt hij het gebruik van meerkeuzevragen: ‘Je moet je eigen visie op zo'n tekst natuurlijk kunnen verdedigen, maar dat kan niet, nooit, met een keuze tussen A, B, C en D. Dat kan alleen maar door de leerlingen beargumenteerde keuzes te laten maken.’