Interview

HU-onderzoeker promoveert op taal leren door drama te maken

Kristina Goodnight en haar paranimfen. Foto: Kees Rutten

Drama is een verrijking voor het onderwijs, stelt onderzoeker Kristina Goodnight in haar onderzoek. Afgelopen vrijdag verdedigde ze haar proefschrift in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht. Een bijzondere plechtigheid.

Vrijdag 23 mei stroomt een grote zaal in hartje Utrecht langzaam vol. Een dunne streep zonlicht werpt licht als een schijnwerper op de statige gezichten van hoogleraren op portretten die instemmend lijken toe te kijken. Plotseling valt er een stilte in de zaal. Slechts het geluid van vogels die buiten de ramen op het Domplein zingen en doorkwetteren weerkaatst in de zaal, alsof ze niet doorhebben dat het gepaster is als ook zij zwijgen. 

Dan zwaaien de twee deuren van de Senaatszaal in het Academiegebouw open. Tegelijk zakken de automatische rolluiken naar beneden, waardoor de ruimte nog donkerder wordt. Even nog iets meer afgesloten van de buitenwereld, ondergedompeld in iets unieks, wat hier vandaag staat te gebeuren. Een groep hoogleraren betreedt de zaal. De promotieplechtigheid van (op dat moment nog bijna) dr. Kristina Goodnight kan beginnen. 

Spontane dramaoefening

Zij gaat vandaag haar proefschrift “Getting into character: Professional Development in Improvisational Drama to Stimulate Foreign Language Communication” verdedigen. Als onderzoeker bij het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs aan de HU maakte zij hiervoor een professionaliseringstraject voor docenten vreemde talen. Daarmee kunnen ze drama en improvisatie in hun lessen inzetten, om op die manier het spreken te bevorderen. 

‘Ik wil graag dat je degene naast je groet alsof het een vriend is die je vijftig jaar niet hebt gezien’, vraagt Goodnight aan haar publiek. Een wildvreemde vrouw naast me roept luidkeels ‘hi’ en omhelst me. Daarna maken we een praatje. ‘Jullie hebben zojuist een drama-oefening met improvisatie gedaan’, vertelt Goodnight. Het publiek lacht. In de daaropvolgende verdediging geeft Goodnight duidelijk antwoord op alle vragen en ontvangt zij haar doctoraat. Een paar dagen later spreek ik haar over haar proefschrift.

Hoe ben je op het idee voor je promotie gekomen?
‘Sinds mijn jeugd heb ik al een grote passie voor drama en voor talen. Ik heb zelf meegemaakt wat rollenspellen voor een verschil in de klas kunnen maken. Op een Amerikaanse high school gaf ik les en ik merkte dat een verlegen jongen in dit soort oefeningen juist de ster van de klas werd. Dus juist ook verlegen mensen kunnen op deze manieren het spreken oefenen.’

Waarom wilde je als HU-docent promoveren?
‘Ik was zo gepassioneerd over dit onderwerp, en vond dat ik op deze manier erachter kon komen of het echt leeft onder een breder publiek docenten. Ook wilde ik graag les blijven geven in de master en in die tijd wilden we als vakgroep streven om meer gepromoveerde docenten in de master te hebben. En als laatste vond ik het een manier om dichterbij de lespraktijk te komen en te onderzoeken wat echt speelt daar—want als docentenopleider is het heel belangrijk om in nauw contact te blijven met de praktijk waarvoor je je studenten opleidt.’

Wat was de directe aanleiding voor je onderzoek?
‘Ik gaf in de master voor Docent Engels les aan een groep docenten in de bovenbouw. Zij waren huiverig om dramaoefeningen in te zetten als leermethode voor hun leerlingen. Ze vonden dat ze zelf geen acteertalent hadden. Maar zodra ze over die drempel heen waren, begonnen leerlingen juist meer te spreken en merkte ik: dit heeft effect. En ik wist: Ik wil me hier verder in verdiepen en dit voor verschillende talen professionaliseren.’

The Hunger Games in het klaslokaal

Hoe waren de eerste reacties die je tegenkwam in je onderzoek?
‘Als het startniveau van een taal lager ligt, op A0-A1, dan wordt het moeilijker om echt een drama-oefening te doen. Daarom moet je het dan meer faciliteren. Je kunt pubers die bang zijn de mogelijkheden bieden om wel of niet het rollenspel voor de klas te doen of in eerste instantie non-verbaal deel te nemen. Er moet ook een bepaalde opbouw in zitten, scaffolding, zoals wij dat in ons vak noemen. Zo krijg je stapjes in de oefening zodat leerlingen iets nieuws kunnen leren. Daarbij bouwt de sturing van bijvoorbeeld een docent langzaam af. Het was eigenlijk meteen een hit bij de doelgroep. Een groep waar ik op lesbezoek was ging “The Hunger Games” naspelen met iemand die “I volunteer” riep. Toen kwam er wel een wiskundedocent over de herrie klagen. Ook daar moeten docenten in training zich comfortabel bij voelen, dat het rumoerig in de doeltaal is.’

Met wat voor groepen klassen en docenten heb je gewerkt?
Met alle niveaus, van leerwegondersteunend onderwijs en speciaal onderwijs tot VWO-6. Van docenten die bijna met pensioen gingen tot docenten die net begonnen, van de talen Spaans, Duits, Frans en Engels. Het waren docenten uit verschillende landen, van Thailand tot Zuid-Amerika. Er zaten 39 docenten in de groepen met wie ik werkte, 20 in de eerste groep, 19 in de tweede. Ik heb 22 scholen bezocht. Het gebruiken van verschillende talen bleek geen probleem. “Nou weten we hoe leerlingen zich voelen”, zei een van de deelnemers.’

Elke lerarenopleiding een apart dramavak 

Hoe zou je dit graag verder toegepast zien in het onderwijs?
‘Ik zou graag willen dat elke lerarenopleiding een apart dramavak krijgt. Je kunt echt zoveel doen bij bijvoorbeeld het vak biologie om leerlingen te enthousiasmeren.’ 

Een hoogleraar bij je verdediging noemde het naspelen van het spijsverteringsstelsel als voorbeeld.
Precies. Ik zal nooit vergeten dat op mijn middelbare school een klasgenoot bij Spaans reclame maakte voor aambeienzalf. Het feit dat ik me dat nu nog herinner, geeft aan wat voor indruk dat heeft gemaakt.’

Tegen welke uitdagingen ben je aangelopen?
‘Het overschakelen op online door corona was een uitdaging. Ik ben in 2019 gestart, heb een jaar pauze genomen vanwege corona. In die tijd heb ik artikelen geschreven en ben blijven lesgeven. Ik heb hiervoor een beurs gekregen van de HU en de Universiteit Utrecht waardoor ik hier drie werkdagen aan kon besteden. Ik probeerde ook tussen mijn collega’s te werken. Maar door corona moesten rollenspellen ook online plaatsvinden. En het verkrijgen van data voor onderzoek in de vorm van beeldmateriaal was door AVG lastiger, wat terecht is. De resultaten werden op papier anoniem verzameld met een voor- en nameting. Ik had iets dapperder kunnen zijn in het vragen om toestemming voor opnames bij schoolleidingen. Verder kon ik het heel goed combineren met mijn privéleven. Eigenlijk is het heel luxe om drie werkdagen te krijgen om hieraan te kunnen werken. Natuurlijk was het druk, maar zeker niet drukker dan lesgeven en nakijken! Ik kon de tijd heel goed zelf op mijn eigen manier invullen.’

Wat is het belangrijkste wat leerlingen hier naast taalverwerving uit kunnen halen?
‘Het kan hun plezier in de taal vergroten. Het kan zorgen dat zelfs als je weinig taal spreekt je je met een figuurlijk masker comfortabeler voelt. Zelfvertrouwen en spreekplezier helpt bij sociale cognitie. Ook als je geen aanknopingspunten hebt qua andere taal waarin vertaald kan worden en je dus bijvoorbeeld dingen moet uitbeelden, kan het helpen’. 

Oefenen bij het hond uitlaten

Wat zou je hierna willen onderzoeken?
‘Ik zou verder willen onderzoeken hoe mensen die een andere thuistaal hebben of nieuw in Nederland zijn, hoe dat in hun taalverwerving kan helpen’.

Hoe heb je je voorbereid op je verdediging?
‘Ik was al bij andere verdedigingen geweest dus wist dat je lange, pittige vragen kon verwachten. Ik heb een oefenverdediging gedaan met het lectoraat en heb twee maanden lang als ik de hond uitliet met antwoorden geoefend. Dus echt geoefend met puntsgewijze antwoorden en inspelend op wat de verwachte vragen en dan de vervolgstappen waren.’ 

Wie na Goodnight’s pleidooi nog kan acteren dat diegene niet denkt dat drama bij het leren van een taal kan helpen, verdient een Oscar.