De verplichte korte rokjes zijn sinds september verleden tijd. Hockeyclub USHC heeft het kledingvoorschrift aangepast in haar reglement. Alle clubleden mogen nu kiezen tussen een broek of een rok. HU-studenten Lotte en Daniëlle zijn er blij mee.
De meiden van de Utrechtse Studenten Hockey Club (USHC) hockeyen zowel in broek als in rok. Drieënzestig van de vijfenzestig clubgenoten stemden op 3 september vóór het voorstel om de kledingvoorschriften van de club aan te passen.
HU-student Lotte Kersbergen is voorzitter van de club. ‘We vonden het super van deze tijd om die voorschriften te schrappen. Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen zich binnen de club op zijn gemak voelt.
Op het veld iemand uitschelden was normaal
De actie om de verplichte rok af te schaffen kwam van het zogeheten ‘inclusiepanel’. Initiatiefnemer van dat panel Willem Vos herinnert zich de tijd nog dat hij op het hockeyveld werd uitgescholden voor homo. ‘Ik vond het oprecht irritant dat dat woord als scheldwoord werd gebruikt. Het is namelijk ook mijn geaardheid.’ Die cultuur op het veld moest veranderen volgens Vos en gelijkgestemden. Daarom richtten ze het panel op.
Het kledingvoorschrift van de club wijzigen is slechts één van de doelen die Vos met het panel voor ogen heeft. De groep van vier studenten wil de ‘veiligheid’ van hockeyers die niet hetero zijn garanderen. Dit doen ze onder andere met een bewustwordingscampagne samen met studentenvereniging Veritas.
Elke club bepaalt zelf haar kledingvoorschriften. De Nederlandse Hockeybond heeft geen centrale regels op dit gebied.
De rokjes blijven onverminderd populair
Bij de dameselftallen is het al een stuk normaler om in plaats van een rok een broek te dragen, maar verreweg de meeste vrouwen blijven een rokje dragen. Zo niet HU-student Daniëlle Stolk. ‘Niemand die me kent ziet mij zich voor zich in een rok. Dus het voelde voor mij beter om een broek te dragen. Ik voel me wel heel vrouwelijk in een rok, maar ik vind het irritant dat je niet met gespreide benen kunt zitten. Toen ik tien was droeg ik een rok, nu hoort dat niet meer bij me.’
Op het Utrechtse veld zijn tot nu toe nog geen jongens die een rok dragen. Wel is er volgens Vos animo het te gaan doen. Vos: ‘Ik hoor van jongens die een rok willen gaan dragen, als statement. Om te laten zien dat dat moet kunnen. Maar ik heb nog niet gehoord van jongens die om een andere reden liever een rok dragen.’
Panellid Vos wil zelf graag de mogelijkheid hebben om een rokje te dragen op het veld. ‘Ik zie mezelf als genderfluïde en wil dat kunnen uitdragen. Ook is het een manier om het gesprek erover aan te gaan. Mensen weten niet altijd wat er onder minderheden speelt.’