Interview

HU werkt mee aan proefdiervrij centrum: ‘Ratten lijken niet op ons’

Foto: Kees Rutten

Lippenstift testen op konijnen doen we in Nederland allang niet meer, maar geneesmiddelen testen we nog wel op dieren. Binnenkort gaat een nieuw centrum open, gericht op proefdiervrij onderzoek. Hoe de HU hierbij betrokken is, vertelt lector Cyrille Krul.

In 2025 opent in Utrecht een nationaal Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT). Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht, het UMC en het RIVM gaan daar met meer dan vijftig organisaties samenwerken om minder dierproeven te gebruiken en de transitie naar proefdiervrij onderzoek te stimuleren. Ze willen er nieuwe medicijnen ontwikkelen voor ALS, astma/COPD, reuma en taaislijmziekte. Het Nationaal Groeifonds investeert 124,5 miljoen in het centrum.

Half miljoen dierproeven

Zo’n 4 per minuut: in Nederland worden jaarlijks zo’n vijfhonderdduizend dierproeven uitgevoerd. Op ratten en muizen, maar ook konijnen, vissen en kippen. Sinds 1997 is het in Nederland verboden om cosmetische producten op dieren te testen, dus het gaat tegenwoordig om testen voor geneesmiddelen, voedingsmiddelen en chemicaliën.

Al 17 jaar is Cyrille Krul als lector bezig om proefdiervrije testen te ontwikkelen. Ze is nauw betrokken bij de ontwikkeling van het centrum. ‘Aan chemicaliën (chloor,pesticiden, ammoniak) word je als mens over het algemeen niet blootgesteld, maar met dierproeven wordt onderzocht wat het effect is als het toch gebeurt, bijvoorbeeld bij incidenten’, zegt Krul.

Proefdier. Foto: Kees Rutten

Bezwaren

Een konijn een stof in zijn ogen doen om te kijken of het irriterend is, vinden veel mensen zielig. Er zijn meerdere redenen om te stoppen met dierproeven. Veel mensen vinden het ethisch niet verantwoord. Daarnaast kost het veel geld. Volgens Krul is het belangrijkste bezwaar dat een mens gewoonweg heel anders in elkaar zit dan een dier. ‘Dat is waarom nieuwe geneesmiddelen die op dieren zijn getest niet altijd werken bij mensen.’

Bij haar onderzoek naar de vorming van kankerverwekkende stoffen in het maag-darmkanaal had het bijvoorbeeld geen zin om proeven te doen met ratten en muizen. ‘Die hebben een andere zuurgraad in hun darmkanaal.’ Ook het afweersysteem, de hormoonhuishouding en neurale netwerken van mensen en dieren verschillen. Krul: ‘We lijken helemaal niet zo op ratten en muizen.’

Klompje cellen

Het lectoraat Innovative Testing in Life Sciences & Chemistry onder leiding van Krul, is al jaren bezig om te onderzoeken hoe ze proefdiervrij de veiligheid en werkzaamheid van stoffen kunnen testen. Bijvoorbeeld met een klompje menselijke cellen, een organoïde. Daarvoor halen ze stamcellen uit restweefsel, ‘bijvoorbeeld als een stukje darm vrij komt bij iemand die een operatie moet ondergaan om een tumor te verwijderen. De weggeknipte stukjes weefsel, die niet meer gebruikt worden voor de behandeling van de patient, kunnen wij gebruiken voor onderzoek.’ Die cellen worden opgekweekt in schaaltjes.

Krul: ‘Bedrijven vinden zulke opties ook mooi, maar willen het wel kunnen gebruiken om stoffen mee te testen.’ Aan de HU is het dan de taak om te zorgen dat zo’n klompje cellen een soort ‘boven- en onderkant’ krijgt, zodat je kunt aantonen of een stof wordt opgenomen, of onderzocht kan worden hoe afweercellen reageren. Dat kunnen we dan onder een microscoop analyseren.
Voor resultaten moeten de gegevens van losse cellen naar ‘de hele mens’ worden vertaald. ‘Dat is een grote uitdaging, maar het zijn wel al cellen van een mens.’

Kalfsserum

Ook doet de HU onderzoek naar kweekmethoden die helemaal proefdiervrij zijn. Dat zal uitgebreid worden als het centrum er is. Krul: ‘Om cellen te kweken, gebruiken we kalfsserum: bloed van kalfjes, die speciaal hiervoor zijn gefokt. We willen hier een alternatief voor verzinnen.’ Geen dierlijke materiaal bij menselijke cellen dus.

VR en AI

Een andere manier van proefdiervrij onderzoeken is met de computer, zoals Virtual Reality en Artificial Intelligence. ‘Met computermodellen proberen we te voorspellen of een stof een giftige reactie bij mensen kan veroorzaken. Daarvoor willen we ook alle bestaande data gebruiken. Er zijn heel veel rapporten, dossiers, pdf’s. Als we die data daar uit kunnen halen en daar een databank van maken, kunnen we op basis van die info, aangevuld met nieuwe data, voorspellingen doen voor andere onderzoeken.’

Student met VR-bril. Foto: iStock

VR kan helpen om studenten meer te leren over proefdier(vrij) onderzoek. Krul: ‘Sommige materialen zijn te kostbaar: je kunt niet honderd studenten organoïde laten kweken. Met een VR-bril zou in de toekomst iedereen het kunnen gaan ervaren.’

Medicijnen ontwikkelen

Het nieuwe proefdiervrije centrum – dat zal worden gehuisvest in een nieuw gebouw op het Utrecht Science Park – moet de expertise van de verschillende partijen (UU, UMC, HU en RIVM en meer dan vijftig partners zoals farmaciebedrijven) samenbrengen. Het faciliteert onderzoek en moet mensen opleiden om proefdiervrij te werken. Krul: ‘Voor deze ziekten waar we onderzoek naar gaan doen, wordt nu heel veel proefdieronderzoek gedaan, er zijn nog geen goede geneesmiddelen voor.’

Aankloppen

Bedrijven en organisaties uit de hele wereld kunnen aankloppen bij het centrum. Krul: ‘Als ze denken dat ze een stof hebben die iets kan betekenen voor de genezing van ALS. Of als ze zelf al een medicijn hebben onderzocht, maar nog niet weten hoe veilig het is. Dan gaan wij kijken hoe we dat kunnen testen. En als een bedrijf al een dierproef heeft gedaan maar een slecht resultaat kreeg, kunnen wij ook meedenken.’

Het gaat niet alleen over testen (van de veiligheid) van medicijnen. Maar ook over vragen als welk model is geschikt om een bepaalde ziekte beter te begrijpen of bedrijven die zelf een methode hebben ontwikkeld en graag willen dat anderen dat ook gaan gebruiken.

Het onderzoek op de HU (in het lab op HL7) blijft doorgaan. ‘En ik kan me voorstellen dat een groepje docent-onderzoekers met studenten ook tijdelijk in het centrum gaat werken, om met andere partijen samen te werken.’

Rol van studenten

Ook studenten Life Sciences, Chemie, ICT en Engineering krijgen een plaats binnen het centrum. ‘Bijvoorbeeld bij vragen over hoe je dat kalfsserum kunt vervangen of verminderen. Studenten kunnen ook meewerken bij het toetsen van de reproduceerbaarheid van een methode. Komt bij iedereen hetzelfde uit als ze het experiment herhalen? En wat gebeurt er als je een klompje cellen langer of korter aan een stof blootstelt? Of: wat kun je uit de literatuur halen over bepaalde immuun-markers?’

Studenten Chemie. Foto: Kees Rutten

Studenten laten meewerken aan het onderzoek zorgt ook voor uitdagingen. ‘Hoe creëren we voldoende flexibiliteit in het onderwijs? We kunnen niet zeggen: volgend jaar september begint de minor dus dan bent u aan de beurt.’ Het vraagt dus iets van de HU. ‘We zullen daar voortdurend met elkaar over in gesprek moeten blijven. In welk studiejaar laten we studenten bijvoorbeeld welke dingen doen?’

Miljoenenproject

Het Nationaal Groeifonds investeert de komende tien jaar 124,5 miljoen euro in het centrum. ‘Er zijn nu veel mensen die dit “erbij doen”, maar door het beschikbare geld wordt het een core business. Het geld gaat naar mensen die het centrum runnen, personeel dat zich bezighoudt met de transitieprojecten, de apparatuur.’

Krul is blij dat de HU een rol krijgt binnen het centrum. ‘Als hogeschool denken we vanuit de praktijk en de toepassing. We brengen innovatie en praktijk samen. Niet alleen voor studenten Life Sciences. Ook studenten Economie of ICT kunnen meedenken vanuit hun perspectief.’

Zelf werkt ze twee dagen als lector en drie dagen als directeur van het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven. ‘Ik hoop nauw betrokken te blijven bij de organisatie van het centrum. Dit is echt uniek, nergens in de wereld is zo’n samenwerking.’

In september start de deeltijdmaster Proefdiervrije Innovatie. Een jaar later start de voltijd-variant.