De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) heeft de instellingstoets kwaliteitszorg voor Hogeschool Utrecht positief beoordeeld. Dat is zojuist bekend gemaakt.
Wel volgt pas eind juni het definitieve besluit van de NVAO. Dan ook wordt het adviesrapport van de NVAO openbaar.
CvB-lid Jan Bogerd meldt op Sharepoint blij te zijn : 'De commissie geeft in haar rapport aan overtuigd te zijn van de vitaliteit van onze visie. Die visie is volgens de commissie duidelijk zichtbaar in het veranderingsprogramma dat de HU de laatste jaren in werking heeft gesteld.'
Kritiekpunten
Met de goedkeuring komt een eind aan een lange periode van onzekerheid over dit keurmerk voor interne kwaliteitszorg van het onderwijs. Al in januari 2013 lag er namelijk een positief advies van de NVAO-adviescommissie, inclusief voorstel om een instellingstoets zonder voorwaarden te verlenen. Een half jaar later bleek dat de NVAO dat advies niet overnam: het werd 'een positief voorwaardelijk besluit', met de opdracht aan de HU om de kritiekpunten binnen een jaar te verbeteren.
De NVAO stelde drie duidelijke voorwaarden aan een positief besluit. Een: een geïntegreerde visie van de HU op het gebied van onderwijskwaliteit (met aandacht voor een open cultuur waarbij medewerkers elkaar kunnen bekritiseren). Twee: meer beleid om onderzoek in het onderwijs te verweven plus een betere relatie van het onderwijs met het beroepenveld. Drie: het college van bestuur moet zich beter en meer gestructureerd op de hoogte stellen van de kwaliteit van de opleidingen.
De projectgroep van de HU besloot hierop om geen bezwaar in te dienen, maar verder te werken aan verbeteringen en deze beter zichtbaar te maken. In de ogen van de NVAO is dat nu dus gelukt.
Positief advies
Medio april lag er al een nieuw positief advies van de adviescommissie van de NVAO. Maar ook toen bleef het afwachten of de NVAO dit oordeel ook zou overnemen. Dat is dus vandaag gebeurd.
Het positieve oordeel van de instellingstoets betekent niet alleen dat de interne kwaliteitszorg op orde is, maar ook dat bij de NVAO-accreditatie van afzonderlijke opleidingen niet elke keer de gehele hogeschool onder de loep wordt genomen. Dat scheelt veel werk en levert dus ook financiële voordelen op.