De HU geeft geen double degree-diploma’s meer uit aan studenten van de Kofi Annan Business School (KABS). Ook wordt de samenwerking teruggebracht van vier universiteiten uit meerdere continenten tot twee Afrikaanse instellingen.
Dat hebben Geri Bonhof, voorzitter van het college van bestuur van de HU, en Rob van Lambalgen, directeur van de faculteit Economie en Management (FEM), eind vorig studiejaar besloten. De Kofi Annan Business School is een initiatief van de HU, Vlerick School of Management in België en PA International, waaraan voormalig secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties zijn naam heeft verbonden. Bonhof is lid van de board van de KABS Foundation.
Inmiddels maken ook business schools uit Lausanne (Zwitserland), Lissabon (Portugal) en Berlijn (Duitsland) deel uit van KABS. Het idee is dat getalenteerde studenten zonder financiële armslag uit ontwikkelingslanden (fellows) een bachelor- of masterdiploma kunnen halen in Europa en vervolgens terugkeren om de opgedane kennis in het moederland in te zetten.
Te lang van huis
Vier fellows van het eerste uur ontvingen in 2010 een diploma van hun driejarige bacheloropleiding aan de FEM. Omdat de KABS-fellows te lang van huis waren, gooit de FEM het vanaf 2010 over een andere boeg. In mei van dat jaar werd een uitwisselingsovereenkomst getekend met vier partneruniversiteiten in Kenia, Zambia, Indonesië en Nicaragua. Geselecteerde studenten kunnen zo, na drie jaar bacheloronderwijs in hun moederland, het laatste jaar van de bachelor in Utrecht volgen. Dezelfde constructie geldt voor HU-studenten, maar dan omgekeerd. De studenten ontvangen dan een double degree: zij krijgen van beide instellingen het bachelordiploma.
Sinds 2010 kloppen er jaarlijks zo’n vijf studenten van deze partneruniversiteiten aan bij de FEM. Maar in de afgelopen jaren zijn er beduidend minder studenten vanuit Utrecht voor een double degree naar deze partneruniversiteiten afgereisd. Voor double degree geldt de ‘reciprociteitseis’: er dienen evenveel studenten naar Utrecht te komen als er aan de partneruniversiteiten gaan studeren. ‘De HU kon hieraan nog niet voldoen en heeft daarom besloten te stoppen met de double degree’s’, zegt Van Lambalgen.
Taaltoets
De FEM-directeur benadrukt dat de hogeschool wel door wil gaan met de Kofi Annan Business School en het opleiden van studenten uit ontwikkelingslanden. Fellows moeten dan net als andere studenten uit het buitenland voldoen aan de reguliere inschrijvingseisen (die niet voor uitwisselingsstudenten gelden), zoals het betalen van collegegeld en het afleggen van een taaltoets.
Dit collegejaar zouden vier fellows uit Kenia en Zambia via deze constructie starten, maar het kostte meer tijd om alle formaliteiten in orde te brengen dan voorzien. Vlak voor de zomervakantie ontvingen ze het bericht dat ze niet aan hun opleiding aan de FEM konden beginnen. ‘Ik vind het heel vervelend dat dit is gebeurd’, stelt Van Lambalgen. ‘Volgend collegejaar hoopt de FEM wel weer fellows van de twee partneruniversiteiten te verwelkomen.’
Klein aantal partners
De Kofi Annan Business School van de FEM concentreert zich nu op de twee partneruniversiteiten uit Kenia en Zambia. Het is interessanter om intensief samen te werken met een klein aantal partners dan om zoveel mogelijk allianties aan te gaan, vindt hij. ‘Dan kunnen we wellicht beter doorpakken in de samenwerking op andere fronten, zoals docentenuitwisseling en onderzoeksprogramma’s.’