In onze serie (on)bekende gezichten aan de HU: Jack van de Biezen (53), huismeester van Heidelberglaan 15. Over studenten, de liefde en acteren.
Hoe ben je op de HU terecht gekomen?
‘Via Randstad. Ik begon als glaszetter, dat was zwaar werk. Ik zette het glas in nieuwbouwwoningen. Goed afstellen, kitten en afmessen. Daarna deed ik hard glas, dat gebruik je voor gebouwen die helemaal van glas zijn. Als dat kapot gaat, valt het in duizend stukjes. Na een paar jaar wou ik hogerop, maar mijn baas zei: “Goede glaszetters zijn zeldzaam, een kantoorpikkie vind ik overal”.
Elders kreeg ik die kans wel. Ik werd een goede vertegenwoordiger. Ik luisterde goed en gaf advies. Ik kan alles verkopen, maar moet wel achter het product staan. Na twaalf jaar ging ik liften verkopen. Met mijn technische achtergrond kon ik dat. Hydraulische liften zijn meestal goedkoper, maar die gaan niet hoger dan zes etages. Elektrische liften zijn duurder en kunnen heel hoog. De kabels hanger er meestal boven. Hier op Heidelberglaan 15 hebben ze prachtige liften, met de computer als een soort paneel aan de zijkant.
Na het lift-avontuur ging ik werken in het ROVC in Ede, als hoofdconciërge. Totdat die school afbrandde. Ik zag de bui al hangen en ging gauw op zoek naar iets anders. Via Randstad kwam ik hier terecht.
Vind je het leuk op de HU?
Ik ben dik tevreden. Het gebouw is prachtig en huismeester zijn is een mooie baan. Ik ben verantwoordelijk voor de vierde en vijfde etage. Daar doe ik kleine reparaties, zet zaken klaar en ruim de rotzooi op. Mijn collega’s zijn grappig en eerlijk. Eerlijk zijn is belangrijk. Mijn vrouw en ik zijn nu 31 jaar bij elkaar en nog steeds gelukkig. We hebben altijd afgesproken dat we elkaar alles zouden vertellen. Ruzies leggen we ook meteen bij, anders kan ik niet slapen. We hebben twee kinderen van midden twintig. De rijkeluiswens: een dochter en een zoon. Ze zijn elkaars beste vrienden, hebben nooit geen ruzie gehad. Heel gezellig voor ons, natuurlijk. Toen ze klein waren, werkte ik maar drie dagen per week. Ik zag ze vaak en hoefde nooit streng te zijn. Ze waren heel lief. Ik zou het zo weer doen, weinig werken en veel zorgen.
Wat doe je als je niet werkt?
Ik ben acteur, nu al twee jaar te zien in Noodlot, de serie. Ik werd ontdekt door een regisseur die me bij Het Instituut had gezien. Hij vond me een goede, barse politieman, haha. Maar ik ben helemaal niet bars, ik ben ook nooit boos. Ik werk daar inmiddels als acteur, maar ook achter de schermen als geluidsman en productieleider. Het past goed bij me. Even iemand anders zijn. Ik ben zachtaardig. Mijn ouders waren dat ook. Mijn moeder is op haar derde gevlucht uit Oost-Duitsland, met haar moeder en haar zus. Verder weet ik daar niks van, heb er nooit naar gevraagd en ze vertelde niets. Ze was een opgewekte vrouw, ik heb altijd bewondering voor haar gehad. Op een dag kwam ze met een krantenknipsel naar me toe over werken in Nieuw-Zeeland. ‘Is dit iets voor jou?’, grapte ze. Ik was negentien en op zoek naar avontuur. Ik emigreerde. Ze had spijt! Maar drie jaar later lag mijn opa op sterven en kwam ik terug. Toen hij me zag leefde hij op en leefde nog drie jaar verder. Ik bleef in Nederland en ontmoette mijn vrouw.
Wat was je hoogtepunt bij de HU?
Hoogtepunt niet, het is hier gewoon goed. De studenten zijn beleefd, ik praat graag met ze. Mensen storten hun hart bij me uit want ik oordeel niet en zwijg. Maar soms begrijp ik niet waarom die jongeren hun rotzooi niet in de prullenbak gooien als ze klaar zijn met eten. Op een school is dat blijkbaar normaal. In het bedrijfsleven is dat onbestaanbaar.
Het dieptepunt in mijn leven kwam toen mijn zoon op zijn tiende suiker bleek te hebben. Hij was zo moe en hij plaste veel. In het ziekenhuis bleek zijn suiker onmetelijk hoog te zijn. Hij moest insuline gaan prikken. Die naalden in dat kleine lijfje. Ik wilde dat ik het van hem kon overnemen, nog steeds. Het was altijd zo’n blij jochie geweest en dat veranderde. Gelukkig kreeg hij na een jaar een pompje dat automatisch de goede dosis spoot. Daar klaarde hij van op, godzijdank. Nu doet hij ICT en het gaat de goede kant op. Mijn dochter studeert af op de PABO. Ze zijn mijn grote trots.’