Achtergrond

‘Iedereen kan zich verbeteren in wiskunde’

HU-docent Jeanine Daems schreef samen met Ionica Smeets onder de naam Wiskundemeisjes vijf jaar lang een column in de Volkskrant. Maar Daems koos voor het onderwijs en werd wiskundedocent bij het Instituut Archimedes. Ze vertaalde met een collega een boek over de geschiedenis van de wiskunde.

Beschik jij over een wiskundeknobbel?
Stellig: ‘Daar geloof ik niet in. Dat zou betekenen dat iemand het wel of niet kan en zich daar maar bij moet neerleggen. Maar wiskunde is iets waar je voor moet werken. Voor iedereen komt een moment waarop wiskunde moeilijk is.’

Was jij als kind goed in rekenen?
‘Ja. Maar ik maakte ook braaf al mijn sommetjes. Iedereen kan zich verbeteren in wiskunde. Dus vooral niet opgeven en blijven proberen. Dat is ook voor leraren belangrijk: kinderen niet te snel afschrijven voor wiskunde.’

Daems en Smeets leerden elkaar kennen toen ze promotieonderzoek deden aan de Universiteit Leiden. Een gemeenschappelijke vriend noemde hen de Wiskundemeisjes. Toen ze een toegankelijke en leuke blog wilden beginnen over wiskunde was de naam snel bedacht.

Wiskundemeisjes.nl ging als een speer. Ze wonnen al snel de Dutch Bloggie Awards voor best geschreven weblog en beste themaweblog. Ze belandden op de Viva400, een lijst met succesvolle jonge vrouwen, en stonden op Lowlands met de Wiskundemeisjes Quiz. Nog een hoogtepunt: ze waren co-presentatoren van het tv-programma de Nationale Rekentoets, met Joost Prinsen.

wiskundeIn 2009 werd het duo gevraagd een column voor de Volkskrant te schrijven. Ook publiceerden zij het boek ‘Ik was altijd heel slecht in wiskunde’, dat inmiddels in het Duits is vertaald.

Is er leven na de Wiskundemeisjes?
Lacht: ‘Zeker wel. We zijn in 2014 gestopt met de column in de Volkskrant toen de paden van Ionica en mij uit elkaar begonnen te lopen. Zij ging onder meer verder in de wetenschapsjournalistiek en is nu hoogleraar aan de Universiteit Leiden en ik koos ervoor te focussen op onderwijs.’

Ionica heeft nu een column in de Volkskrant, deed mee aan programma’s als De slimste mens, De Wereld Draait Door, Zomergasten en geeft geregeld lezingen. Kijk jij daar met afgunst naar?
‘Nee hoor. Mij trekt tv niet zo. En stukjes schrijven en lezingen geven zijn soms ook wat vluchtig. Ik kies er bewust voor om onderwijs prioriteit te geven. Wat ik leuk vind aan onderwijs is dat je echt iets opbouwt met groepen studenten. In de vier jaar dat ik ze begeleid, zie ik hoe ze zich ontwikkelen tot leraar.’

Samen met collegadocent Desiree van den Bogaart van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vertaalde je een Engelstalig boek over de geschiedenis van de wiskunde. Waarom?
‘Bij de HvA werkten ze liever met een Nederlandstalig boek en ik merkte bij sommige studenten dat ze moeite hadden met Engelse teksten. Het is belangrijk dat studenten kennis hebben van de geschiedenis van de wiskunde, dus wilden we de drempel verlagen met een Nederlandstalige uitgave.

Waarom is de geschiedenis van wiskunde belangrijk?
‘Leerlingen ervaren wiskunde als een bak met kennis die geleerd moet worden. Maar wiskunde is geen statisch gegeven. De geschiedenis laat zien dat wiskunde zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft en dat het door mensen is bedacht.’

Vertel…
‘De redenen om aan wiskunde te doen waren van praktische aard. Enkele duizenden jaren voor Christus moesten de toenmalige ambtenaren bijhouden wat mensen allemaal bezaten. Toen ontstonden getallen en rekenmethoden, wiskunde dus. Rond 900 was de wiskunde in de Arabische wereld van een hoog niveau, terwijl er op dat vlak in Europa tijdens de Middeleeuwen weinig gebeurde. Belangrijke wiskundige ideeën zijn via de Arabische wereld en India tot ons gekomen. Je krijgt een bredere blik op de wereld als je dat soort dingen weet.’

Foto: Carla Desain